Nederlands deel uitmaken. Binnen deze West-Europese
taalgroep kunnen de Ingweoonse talen worden onder
scheiden. Hiertoe behoren het Fries en het Engels, die
dus nauw verwant zijn. Daarnaast bestaat de Continen-
taal-Germaanse taalgroep, waarbinnen het Nederlands
zich heeft ontwikkeld uit het West-Nederfrankisch.24
Enkele voorbeelden die aangeven dat het Angelsaksisch
(en het Engels) een zekere verwantschap hebben met het
Fries zijn: Fries: 'tsjerke', Engels: church; Fries: tsiis,
Engels: cheese; Fries: wei, Engels: way weg) en Fries:
widdo, Engels: widow.
ivno-u KOrEF.S(YOOKHKFV INDO CF.RMAAVSÏ
0 rd^C* &X1M un n
ZvieecL, Nnors,
Deens
West-Germaans
Oost-Germaans
ingweoonse talen
Afb. 7: Standbeeld van Willibrord in Utrecht
Het meest beroept men zich op wat Beda in zijn 'Kerk
geschiedenis der Angelen' (zie 3. hierboven) heeft ge
schreven. Dat heet dat Willibrord her en der het geloof
predikte, velen bekeerde en menige kerk en menig
klooster liet bouwen. Mogelijk ook een kerk(je) in
Heiloo (zie verder).
Hoe keken de Friezen in ons gebied aan tegen de komst
van Willibrord en zijn gezelschap?
Willibrord had waarschijnlijk het voordeel dat hij zich
(zonder tolk) verstaanbaar kon maken bij de Friese
stammen, die overigens wel per regio verschillende
dialecten spraken. Dat vraagt enige toelichting.
De talen in Europa hebben een gemeenschappelijke
oorsprong: het Indo-Europees (zie afbeelding 8.). De
Germaanse dialecten, die het Keltisch hebben verdron
gen, hebben zich hieruit losgemaakt. Ten opzichte van
de oorspronkelijk gemeenschappelijke taal ontstonden
verschillen in klank ('klankverschuiving'), verschillen in
woordaccent en zinsbouw. Wel konden verwante
taalgroepen worden onderscheiden. Onder andere de
West-Europese taalgroep, waarvan het Engels, Duits en
Afb. 8: Schematische weergave van het ontstaan en de
verwantschap van de Germaanse talen
Als de communicatie tussen Willibrord en de door hem
benaderde stamhoofden niet al te problematisch was,
betekende dat dan dat hij met open armen werd ontvan-
gen?
Onze Friese voorouders waren op z'n minst op hun
hoede. Hoewel er veel handel werd gedreven en er op
allerlei andere manieren uitwisselingen waren met de
'zuiderburen' was er ook sprake van een voortdurende
strijd geïnitieerd door de Frankische machthebbers.
Misschien geeft de volgende beschrijving de gedachten
van de Friezen bij het ontmoeten van Willibrord cum
suis wel goed weer 25:
"Stel je voor. Een groep vreemdelingen in jurken en met
rare kapsels komt je land binnen met een buitenissig
geloof. Ze zijn bepaald onbeleefd. Ze gaan niet stilletjes
in een hoek zitten bidden, ze gaan luidkeels hun eigen
geloof belijden. En wat nog erger is: ze gaan tekeer tegen
jóuw geloof, dat ze als heidense onzin afdoen. Hun
voorganger slaat jouw godshuizen tegen de vlakte en
bespot alles wat heilig is."
Willibrord en de zijnen gingen niet bepaald zachtzinnig
en tolerant tewerk. Volgens de zendinginstructies die
eerder door paus Gregorius (t 604) waren opgesteld
moest de aandacht in de eerste plaats gericht zijn op het
tamasmmm
HHttiHHB
Gotisch
Sn®