neerleggen en op 3 mei 1943 werd hij door de bezetter
ontslagen. Hij werd opgevolgd door een NSB-
burgemeester, C.L. Swaalf. 4 Deze burgemeesters, het
gemeentebestuur in het algemeen en de ambtenaren in
het bijzonder kregen te maken met opdrachten van de
bezetter.
In april 1941 werd door de landelijke overheid op
aandringen van de Duitsers besloten het persoonsbewijs
in te voeren. Dat was de naam van een identiteitskaart
met foto en vingerafdruk. Ook van de Heilooënaren
moesten op het gemeentehuis vingerafdrukken worden
afgenomen en met de foto leidde dat tot een vrijwel niet
te vervalsen identiteisbewijs. Iedereen vanaf 14 jaar was
verplicht, op last van de bezetter, het persoonsbewijs bij
zich te dragen. Later zou blijken dat deze maatregel
grote gevolgen had voor de joden en voor de verzets
mensen.
Zo werd de ook gemeente Heiloo in de periode van de
bezetting voortdurend geconfronteerd met maatregelen
die de bezetter van belang vond voor de oorlogsvoering.
Daarom werden vorderingen ingevoerd van metalen,
fietsen, radio's en paarden. In de Heylooer Cronyck van
mei 1980 wordt uitvoerig verslag gedaan. We vatten
hier een deel van deze verslaglegging samen. 5
- Men moest in 1941 alle mogelijke metalen inleveren,
koper, messing, nikkel enzovoorts. Burgemeester Bos
van Heiloo kon indertijd melden, dat in deze gemeente
waren ingeleverd: 212,00 kg koper, 1654,38 kg nikkel,
19,15 kg tin, 365,73 kg lood, 172,75 kg legeringen, in
totaal 2506,91 kg metalen. Deze werden volgens hem
door alle bevolkingsgroepen gelijkelijk ingeleverd: het
minst draagkrachtige deel bracht het minst in, omdat
het geen metalen bezat. Het meeste werd ingeleverd
door de beter gesitueerden en de middenstand.
Het Rijksbureau voor non-ferrometalen gaf de
opdracht, dat de metalen gereed moesten liggen op
maandag 8 september 1941 aan de Handelskade aan het
Noord-Hollands Kanaal te Alkmaar, alwaar een schip ze
zou komen ophalen.
Wie wilde, kon ook van zijn voorwerpen die ingeleverd
werden een protocol laten opmaken ten bewijze, dat
men ze had ingeleverd. Vanzelfsprekend kreeg men ze
nooit meer terug.
Een jaar later liet de bezetter het oog vallen op onze
goede Hollandse fietsen. Er kwam een zeer vertrouwelijk
schrijven van het Departement van Binnenlandse
Zaken, waarbij onder de aandacht werd gebracht,
dat het dienstig was, in de gehele gemeente bij de
rijwielhandelaren te onderzoeken hoeveel fietsen zij in
voorraad hadden. Zeer binnenkort wilde men weten,
hoeveel nieuwe heren- en damesrijwielen en tandems
met of zonder banden (geen jongens- of meisjesfietsen)
zich bij de kleinhandelaren bevonden. Er werd gevraagd
om op maandag 10 augustus 1942 te beginnen.
Mogelijk zal het voorraadregister uitwijzen, dat wel
rijwielen bij een handelaar aanwezig zijn, ook als hij het
tegendeel beweert; dan kan door de politie een nader
onderzoek worden ingesteld. Vanaf de voorraadopname
is het ten strengste verboden nog een rijwiel te verkopen
of anderszins af te leveren.
Het bleek, dat het aantal aanwezige rijwielen in Heiloo
bijzonder klein was in die dagen. Zo bleek rijwielhandel
Joh. de Vlugt één damesrijwiel zonder banden en
zonder pedalen te hebben, rijwielhandel N.C. Otter had
zowel een heren- als damesfiets, maar beide zonder
banden.
B. Op de Weegh had zes heren- en een damesfiets, maar
ook zonder banden, W.F.Th. Cedee had van elk een,
maar eveneens zonder banden, terwijl de rijwiel
handelaren C. Snip, J.C. Zoon, N.J. Hoebe, N. van der
Eng en B. Harreveld helemaal niets in voorraad hadden.
Later werd gemeld, dat de Obergefreiters Heimud
Gunther en Leo Ludeker bij A. Ruiter "zwei Fahrrader"
in beslag genomen hadden; hij had eerder opgegeven,
één heren- en één damesrijwiel zonder banden te
bezitten.
Maar niet alleen moesten de nieuwe fietsen opgespoord
worden, ook van fietsers onderweg werden fietsen
gevorderd.
Maar nog was het niet genoeg. In 1943 begon de
bezetter met het in beslag nemen van radiotoestellen.
Aanvankelijk mocht men nog wel zijn radiotoestel
houden, alleen het beluisteren van de Engelse zender
was ten strengste verboden.
In 1943 moesten de radiohandelaren van de in hun
bezit zijnde radiotoestellen en onderdelen (ook
golfmeters en dergelijke) een inventarislijst opmaken en
binnen drie weken inleveren bij de politiegezagdrager.
De in beslag genomen toestellen werden opgeslagen in
een voor dit doel gevorderd lokaal der St. Willibrordus-
stichting.
Tevens werd medegedeeld dat bij alle in cafés als
grammofoonversterker gebruikte radiotoestellen de
afstemcondensatoren en op golflengten vast afgestemde
kringen verwijderd en ingeleverd moesten worden.
Blinden, invaliden en onderwijsinrichtingen moesten
eveneens hun toestellen inleveren. Ten slotte moest van
grammofooncombinaties van particulieren ten minste
6