In de Alkmaarsche Courant volgde een advertentie waarin sollicitanten werden opgeroepen voor de betrek king van badmeester tegen het genot van vrij wonen en gebruik van een flinke tuin alsmede provisie van ingekomen badgelden. Brieven kon men richten tot de secretaris-penningmeester J. van Diepen woonachtig aan de Straatweg. Donderdagmorgen, 25 september 1930 had om 10 uur onder grote belangstelling de opening van het badhuis plaats. Aanwezig waren het voltallige college van B&W, bijna alle raadsleden, het bestuur van het badhuis van het Witte Kruis en diverse genodigden. De voorzitter van het badhuis, de heer J. Dumans heette allen welkom en hield een inleidende openingstoespraak waarbij hij een woord van dank uitsprak aan de architect, de aannemer en anderen, ja zelfs de schilder D. Oud, die hun beste krachten hadden gegeven om het gebouw zo goed af te werken. Daarna was het de beurt aan de burgemeester van Heiloo die in dit bijzondere jaar tevens zijn 25-jarig burgemeestersjubileum in de gemeente vierde. Jhr. N. van Foreest achtte het een grote eer, dat hij het badhuis kon openen. Hij sprak de hoop uit dat er zo'n druk gebruik van zou worden gemaakt, dat er spoedig een uitbreiding moest komen. De burgemeester eindigde met de beste wensen en de hoop dat het gebouw, dienstbaar aan de Volksgezond heid, zou bijdragen tot de bloei van het mooie dorp Heiloo. Een instemmend applaus was hierop zijn deel. Daarna werd een lint doorgeknipt en was het gebouw geopend. Een ieder van de aanwezigen kreeg de gelegen heid om het badhuis te bezichtigen. Lag het eerst in de bedoeling om vier kamertjes voor douchebaden te maken, nadat de gemeente had besloten tot het instellen van schoolbaden werden dat er meer. Het badhuis was bij de uitvoering ingericht voor zes douchebaden en twee kuipbaden. De badcellen waren bekleed met tegels en de vloer was van graniet. Het water kon naar wens van de gebruikers op temperatuur worden gebracht. Voor een douche(sproei-)bad moest 0,15 worden betaald en voor een kuipbad de somma van 0,35. Deze bedragen konden nog worden verlaagd door het nemen van een abonnementboekje dat het recht gaf tegen betaling van 1,25 op 10 douchebaden en voor 3,25 op 10 kuipbaden. Vanzelfsprekend was het badhuis op de woensdagmiddag voor schoolkinderen open waarbij de meisjes van 2 tot 4 uur en de jongens van 4 tot 6 uur konden douchen, maar men kon ook op andere dagen terecht voor een frisse douche of bad. Naast het badhuis was het woonhuis voor badmeester Toeckert. Als beheerder was een badmeester verant woordelijk voor de hygiëne in het badhuis, maar zorgde hij o.a. ook voor de warmwatervoorziening door de ketels met steenkool te stoken en lette hij op het tijdig wisselen van de baders. Dat laatste werd nauwlettend bijgehouden en duurde het douchen te lang dan werd je er vriendelijk aan herinnerd dat het de hoogste tijd was. Voordat je in een vrijgekomen douche- of badruimte kon stappen werd deze eerst schoongemaakt. Het wachten op een ieders beurt gebeurde vanaf begin jaren vijftig in een wachtlokaal waar voorheen een kuipbad stond. In de spitsuren kregen de baders een nummer van de badmeester. Deze wist wel ongeveer te zeggen wanneer men terug moest komen. Een man die een ieder zich nog kan herinneren is de heer A. Kruiten die samen met zijn echtgenote van eind 1931 tot en met 1964 zorgde voor een schone en goed lopende badin richting. In 1937 gingen er zowaar stemmen op om in het badhuis gelegenheid te geven voor gemengd baden. Voor die tijd was het begrijpelijk dat het bestuur tegen een dergelijk voorstel een woord van protest liet horen. Vanzelfspre kend ging het vooruitstrevende idee dan ook niet door. Sluiting Vanaf de oprichting van het badhuis Heiloo (29 sept. 1930) tot 1 juni 1931 zijn 4451 baden genomen waarvan 536 kuipbaden, 2518 sproeibaden en 1397 schoolbaden. Wel een bewijs dat ten tijde van de stichting behoefte was aan een badhuis. Het gebruik in de midden jaren zestig van de vorige eeuw was zo dat het badhuis nog slechts twee dagen in de week was geopend. In het jaar 1965 was het aantal douchebaden ongeveer 8000 (in 1958 was dat nog 11.281 waarvan 2881 op abonnement). In 1967 was het totaal aantal 6356 en in het eerste halfjaar van 1968 was dat aantal geslonken tot 2461. Er viel duidelijk een kentering waar te nemen; het gebruik van het badhuis nam af. Gebleken was ook, dat de stichting met financiële problemen te kampen had. Aanvankelijk nog niet zozeer op het gebied van ongunstige exploitatiemogelijkheden als wel tengevolge van een chronisch tekort aan kasmiddelen. Tekorten werden opgevangen door tariefsverhogingen en zelfs door het installeren van kleinere sproeiers waarmee niet alleen het water warmer werd, maar waardoor ook minder cokes en antraciet werd gebruikt. Feit was wel dat de jaarlijks terugkerende lasten en kosten groter werden terwijl daartegenover het bezoekersaantal sterk terugliep. Ten slotte kwam steeds meer aan het licht dat 33

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2010 | | pagina 35