en de Zeeweg een noodschool ingericht. Toen er in het 7. De bevrijding
najaar van 1944 geen brandstof meer was om de school
gebouwen te verwarmen, werd het schoolgaan beperkt
tot enkele uren per dag.
Natuurlijk werd het dagelijks leven zeer beïnvloed door
oorlogsverschijnselen als luchtalarmering al dan niet ge
volgd door bominslagen, waarvan Heiloo ook niet
bespaard bleef. Er waren verduisteringsvoorschriften
voor de woonhuizen. Razzia's noopten de mannen tot
onderduiken in geïmproviseerde schuilplaatsen, maar
ook de avondklok had een grote impact op het dagelijks
doen en laten. Dat laatste had ook een opmerkelijk
effect: het jaar 1946 werd gekenmerkt door een
omvangrijke 'babyboom'.
Op zaterdag 5 mei stak men in Heiloo de (Nederlandse)
vlag uit en werd bij de Willibrordusstichting de vlag met
het hakenkruis neergehaald. Maar de nog aanwezige
Duitsers hielden dat tegen, want zonder de aanwezig
heid van de geallieerde bezetters wensten zij niet te
capituleren. Ook werd door hen in die dagen de
'spertijd' nog streng gehandhaafd.
Maar op dinsdag 8 mei was het dan eindelijk zover: de
geallieerde bevrijders trokken met legervoertuigen door
Heiloo. Van de geallieerde troepenmacht werden
manschappen gelegerd in de Willibrordusstichting en
Nijenburg.
Er werden spontaan (dorps)feesten georganiseerd. Nico
Speur was daarbij een belangrijke organisator. Vooral de
Afb. 11. Intocht van de geallieerden in Heiloo, 8 mei 1945