geven in de relatie van Frederica en Bartout.
Het paar trouwde in Alkmaar en niet in Heiloo,
wat hun voorkeur had. Dit ging niet door, omdat
wethouder Pieter van Foreest van Heiloo niet tijdig zijn
toestemming verleende voor een huwelijkssluiting in
Heiloo. Dit heeft de relatie tussen de beide families enkele
decennia geen goed gedaan.
Het huwelijk van Fredrica en Bartout was, volgens
de dagboeken, een huwelijk uit liefde. Zeer bewust
trachtte Frederica, vanuit de geldende traditie, een ideale
huisvrouw en echtgenote te zijn.
Een plezierige bijkomstigheid was dat Bartout veel
interesse aan de dag legde voor Ter Coulster. Het
echtpaar besteedde veel aandacht aan de exploitatie,
hoewel geldgebrek een bron van zorg bleef. In 1887
werd een nieuwe boerderij gebouwd en in 1891 de
bekende theekoepel. Ook heeft Bartout veel zorg
besteed aan de archieven van de familie Fontein
Verschuir.
Het echtpaar kreeg drie kinderen, Anna, Giesbert
en Betsy (Bess). Zij hebben hun naam gegeven aan
boerderijen op en buiten het landgoed.
Het gezin bleef niet gespaard van zorgen. Dochter Anna
kende - twee maal - geen gelukkig huwelijksleven.
Frederica kampte met gezondheidsproblemen en was
ruim twintig jaar weduwe. Zoon Giesbert werd in de
tweede wereldoorlog door de Duitse bezetters gearres
teerd en geïnterneerd, maar keerde gelukkig gezond
terug. Ook waren er geldzorgen mede door de voorna
me staat die de familie wenste te voeren. Dit alles levert
interessante bespiegelingen van Frederica in de dagboe
ken op.
De mensch plooit zich
Een belangrijke rode draad in het boek van Veronica
Besteman en blijkbaar ook in de dagboeken betreft de
visie van Frederica op de tijd en de omstandigheden
waarin zij leefde en vooral de wijze waarop zij omgaat
met de (grote) veranderingen daarin. Dit maakt het
boek des te boeiender. Het geeft, behalve de zienswijze
van Frederica, ook een beeld van de tijd, het fin de
siècle van de negentiende en de eerste helft van de
twintigste eeuw, in het nogal burgerlijke Alkmaar. Dat was
toentertijd een stadje van nog geen 15.000 inwoners.
Voor Frederica was het soms moeilijk zich 'te plooien'.
Als dame van adel voelde zij zich niet op haar gemak in
het Alkmaar, een stadje met weinig noblesse en allure.
Zij hield zich meestal nogal op afstand, maar ook zij
Afb. 2: Cornelia Frederica van der Feen de Lille Fontein
Verschuir in 1917 (58 jaar), illustratie uit het besproken
boek
kon alle invitaties van buren en gegoede stadsgenoten
niet altijd afslaan.
Ook de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen
lieten haar niet onberoerd. Dat kan ook niet verbazen;
zij maakte twee wereldoorlogen mee en grote maat
schappelijke omwentelingen die een aantasting bleken
van de door haar gekoesterde standsverschillen. Veronica
Besteman typeert haar als tolerant, maar de dagboek
notities maken ook een andere interpretatie mogelijk.
Een uitlaatklep voor alle beslommeringen van Frederica
waren de nostalgische reisjes naar Heiloo en vooral Ter
Coulster.
Maar de veranderingen in Heiloo konden blijkbaar haar
goedkeuring niet krijgen: 'Heiloo heeft geen smaak,
bijna alles wordt volgebouwd, 'k Wist niet dat er zoiets
vernietigends bestond als bouwmanie'.
Een vooruitziende blik?
Het boek 'De mensch plooit zich al gauw naar de toe
standen' van Veronica H. Besteman-Burgering, uitgave
van de Historische Vereniging Alkmaar, 2008, is ver
krijgbaar in de Oudheidkamer Heiloo, dinsdagavond
19.00 21.00 uur en zaterdagmiddag 14.00 17.00
uur en kost 10,00.
so® 47