Ceol, Speurtocht naar een naam H. G. ten Berge Friesland, dat wil zeggen het land der Friezen, strekte zich in lang vervlogen tijden uit langs de kust van de Noordzee, vanaf het Zwin (zeg maar de Belgische grens) tot over de Weser (in Duitsland). Een deel daarvan is het latere Holland, dat in de middeleeuwen een graafschap was. De eerste graaf "in Friesland" die genoemd wordt is Gerulf, die zeer waarschijnlijk de stamvader is geweest van de latere graven uit het Hollandse Huis. Er is een oorkonde bewaard gebleven, overigens in nog al verbroddelde afschriften, waarin de Duitse koning, later keizer Arnulf van Karinthië in 889 aan genoemde Gerulf een schenking doet van 7 hoeven (hofsteden) in Kinnem Kennemerland). Genoemd worden de plaatsen Northa, Osprahtashem, Bodokenlo, Alburgh, Hornum, Huvi, Theole en Aske. Northa is Noordwijk, Bodokenlo is Boekei, in de parochie van Heilighelo, en Huvi wordt gezocht in Egmond aan den Hoef; in beide plaatsen heeft in latere eeuwen een kasteel gestaan, Osprashtashem en Hornum zijn niet te lokaliseren, Aska doet denken aan Assendelft, Alburgh aan Oudburg in Bergen. Blijft over Theole, waar lag en/of ligt dat? De genoemde plaatsen liggen niet zover van elkaar, dus Tiel in de Betuwe komt niet direct in aanmerking. Het ligt ook helemaal niet in de kuststreek Kennemerland! Van de oorspronkelijke oorkonde uit 889 bestaat het origineel niet meer, wel een aantal, veel later gemaakte afschriften, afkomstig uit de abdij van Egmond en intussen verspreid geraakt. In het handschrift E, dat geschreven is door Baldewinus de Hage (Boudewijn van 's Gravenhage) in ca 1520, en dat zich bevindt in de bibliotheek van Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden, worden de plaatsnamen iets anders gespeld. Daar staat Ceole i.p.v. Theole, zoals er ook te lezen staat Suuchardershaga i.p.v Svithardeshaga. Het schijnt dat de geschreven letters c en t moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. De vraag rijst nu: heeft Boudewijn het origineel gekend en Ceol gelezen en hebben de andere kopiisten onzorg vuldig gelezen en overgeschreven? Of is het juist omge keerd? Mij bleef de spelling Ceol bezighouden. Zou er verband bestaan tussen Ceol en Ter Coulster, zo gelegen tussen Egmond aan de Hoef en Boekei? Ter Coulster in Heiloo wordt voor het eerst genoemd in 1404, wanneer graaf Albrecht (hertog) van Beieren een ruiling tot stand brengt van twee percelen land tussen Willem van de Coulster en Gerrit Barthoutsz, waarvan ene "gemeen lag" met Willems grond, tussen de kerk en zijn huis te Heiloo. Dat huis moet het kasteel zijn, dat er al stond. Heiloo was een ambachtsheerlijkheid en er waren dus ook heren van Heiloo. In 1408 verkoopt graaf Willem VI hertog van Beieren de ambachtsheerlijkheid Heiloo aan dezelfde Willem van de Coulster, als erfleen! Het geslacht Van den Coulster komt eerder voor in de 14e eeuw, leden ervan hadden hoge functies aan het grafelijk hof in Den Haag en hadden al belangen in Heiloo. Heeft de familie de naam Van de Coulster aangenomen sedert zij het kasteel zijn gaan bewonen? Of wordt het huis sedert hun verblijf in Heiloo Ter Coulster genoemd? Wie lost deze vragen op en overbrugt daarmee ongeveer 500 jaar Heiloose geschiedenis? Geraadpleegde literatuur I.H. Gosses, De vorming van het graafschap Holland (1915) J. Belonje, Ter Coulster (Wormerveer 1946) J. W. Groesbeek, Middeleeuwse kastelen van Noord- Holland (Rijswijk 1981) J. van Lennep en W.J. Hofdijk, Merkwaardige kastelen in Nederland (Amsterdam 1857), II, blz 195 J.H. Rombach, het huis Ter Coulster bij Heiloo (Heiloo 1983) R. Vennik-Gelderblom, Schetsen uit het verleden van Heiloo (Uitg. De Speelwagen 1975) L.C. van den Bergh, Oorkondenboek van Holland en Zeeland, blz. 69 sub 292 en blz. 174 sub 300 Sn® 45

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2009 | | pagina 47