BESTUUR IN HeILOO IN VROEGER TIJDEN Wim Buwalda Aan het einde van de middeleeuwen, rond 1500, telde Heiloo ca. 600 ingezetenen Maar ook dit betrekkelijke geringe aantal inwoners had behoefte aan bestuur en gezag. Althans, het gezag werd deze meest heel eenvoudige lieden opgelegd door hogere machten, de Hollandse graven. Deze graven of landsheren waren op hun beurt weer schatplich tig aan een vorst: een koning of een keizer. De Hollandse graven droegen een deel van hun bestuursmacht over aan ambachtsheren, door leen of door (ver)koop van een deel van hun grondgebied. Dit was voor de graven een middel om ondersteuning te verwerven in geld of natura ('dienstplichtigen' voor het grafelijk leger). De ambachtsheren verwierven allerlei 'heerlijke' rechten, zoals het visrecht, het jachtrecht, het recht van de wind (belasting op windmolens), tolrechten en het recht op tienden (10 van de oogstopbrengst) 2. Bijzonder was het recht op zwaansdrift het houden van zwanen. De ambachtsheer bemoeide zich doorgaans weinig met Afb. 1: Charter van 1456 34 r;

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2009 | | pagina 36