ter plaatse waar over vele jaren een oude vervallen kapel
stond, berugt door verschelde mirakelen, en onder deze, als
de voornaamste, de verschijning van de Moeder Gods
tusschen de muurbrokken, - zeer onverwagt een fontein was
ontsprongen, verzelt van eenig ongewoon geraas, gelykende,
zoals sommige slegte menschen begrepen, naar 't ge luit van
hemelstemmen, om aanwijzing van deze nieuwe spring
bron te doen. Bij de voormelde grond staan alleen drie of
vier huizen, welke dienen tot herbergen, meerendeels voor
devotarissen, die hier van alle kanten komen om te bidden.
De bewoners dezer huizen, des nagts in 't donker die nieu
we waterfontein, springende met verschelde stralen hoog uit
de aarde, gevonden hebbende, verbreiden zulks als een
mirakel, met bijvoeging dat dit water Heilig en een zeer
voortreffelijk geneesmiddel tegens de thans besmettelijke
ziekten der koeyen was; ja een der waarden hield dat zood
anig met styve kaken staande, dat zyne vertellingen by de
eenvoudige Roomsgezinden geloof en overal verspreid wier
den: invoege de boeren van wijd en zijds met kannen en
vaatjes zich derwaarts begaven, om dat Heilig water tot
herstellinge voor hare zieke runderbeesten te gaan halen.
Ongemeen groot was de toevloey dezer onnozele menschen
in de eertse dagen; dog het slegt effect van dat water deed
dien loop welhaast stremmen, en aan luiden van een geoe
fend verstand, alschoon roomsgezind, klaarlyk bemerken,
dat men dit voorgewend mirakel alleen voor een looze
streek van de voormelde waard en zijn wijf, om hare slappe
nering te verbetere, moest aanzien. Dit laten wy voor reke
ning der bygeloovige Papisten en 't gene nu volgt aan het
oordeel van regtzinnige geleerde medicijns.
N.B. In de tekst van de Mercurius staat hier een aankondi
ging van een geneesmiddel dat is uitgekomen in Hamburg
ter bestrijding van de veepest. Het artikel eindigt met de
zin:
Deze voorstelling van het Paaps verzinnen mirakel" mag
wel een meesterstukje in hare soort heeten!
Tot zover het artikel in de Mercurius, waarin de
verhoudingen tussen het gereformeerde en het katho
lieke volksdeel zo goed tot uitdrukking komen. Tevens
blijkt dat Kapel in die jaren een belangrijke plaats was,
waar grote aantallen mensen naartoe trokken. Naar
aanleiding van het tussenvoegsel, de vermelding van het
geneesmiddel van de Hamburgse fabrikant, schrijft H.J.
Allard in een voetnoot: "een advertissement, dezer dagen in
Hamburg uitgekomen, behelzende een geneesmiddel voor de
ziekte der hoornbeesten, 't welk zeer heilzaam zoude zijn, en
was 't zelve daarom op orde van de regering aldaar in de
courant geplaatst. Ziet hier dat recept."Aan de kwakzal
verij geloofde dus "de slegte" Mercurius wel, niet aan de
mogelijkheid van bovennatuurlijke wonderen, 't Gebeurt
wel meer."
En deze opmerking zegt weer iets over de positie van
H.J. Allard.
Over de periode na 1713 zijn er nog diverse getuigenis
sen, die we vinden geciteerd bij De Rijk 9 op pagina
299: "Zóó ging het waarschijnlijk de geheele achttiende
eeuw door. In 1750 heet het: 'De Roomschgezinden be
zoeken dit putje (van St. Willibrord) somtyds met gods-
dienstigen eerbied. Doch ruim zooveel bezoeks noch
heeftde zogenaamde Kruisberg en de grond, daar
weleer de Kapelle te Runksputte of van Onze Lieve
Vrouwe ter Nood gestaan heeft. Dit is een klein stuks
land tusschen eenige huizen gelegen, op welks midden
een Arm-bos gevonden wordt, waarin giften voor de ge-
meene Dorps-armen worden verzameld".
Deze beschrijving geeft de situatie dus mooi weer. Van
belang is nog de collectebus voor de armen. Die zal later
ook nog een rol spelen.
De Staten beraden zich om aan de toestanden een einde
te maken.
In het Alkmaars Jaarboekje 1973 staat een gedetailleerd
verslag over de mogelijke transacties van grondaankoop
die de Staten overwegen om een einde te maken aan de
bezoeken van de roomschgezinden aan de Kruis- en
Kruipberg. Uiteindelijk gebeurt er in 1768 niet meer
dan de beplanting van de Kruis- en Kruipberg.
Opleving en neergang in de 19de eeuw
In het begin van de 19de eeuw, tijdens de Franse
overheersing onder koning Lodewijk Napoleon,
meenden de katholieken de devotie weer openlijk te
kunnen uitoefenen. De scheiding van kerk en staat en
gelijkstelling van alle gezindten wekte bij de katholieken
verwachtingen.
De bedevaarten nemen toe, maar tegelijk ontstaan er
protesten tegen de processies en ook nu weer worden
overheidsdienaren verzocht in te grijpen. Groepen die
met vaandels en veel vertoon door het dorp trekken gaat
te ver, vindt men.
Op 15 augustus 1807 wordt een processie gehouden die
tot veel weerstand leidt. De bedevaartsplaats bezorgt
nachtmerries aan drie ministers" schrijft Bertrand
(pag 33) Ook in 1808 en in 1809 zijn er protesten
tegen gehouden of geplande bedevaarten naar de kapel
of naar de Sint Willibrordput in Heiloo.
Sas 9