Heiloo was gelukkig met de plannen om in de gemeente
een dergelijk gesticht te bouwen. Vooral de komst van
een psychopatenasiel riep negatieve reacties op.
In de herfst van 1928 ging het bouwproject van start.
Op 23 november 1929 kwamen de eerste bewoners.
Broeder junianus en zijn assistent Broeder Rochus.
Nadat de bevolking was uitgelopen om ze te verwelko
men vertrokken zij naar het tuinderhuisje aan de Oos
terzij, dat tijdelijk voor hen was ingericht.
Een paar dagen later betrok dr. Barnhoorn zijn gloed
nieuwe dokterswoning, rechts van de ingang van de
stichting.
Op 21 februari 1930 werd de eerste patiënt daadwer
kelijk opgenomen. Inmiddels hadden negen broeders
hun intrek genomen in Heiloo: Broeder Junianus
(overste), een keukenbroeder, een magazijnmeester, een
machinist-elektricien, een administrateur, een tuinier,
een hoofdverpleger en twee verplegers.
Achtereenvolgens kwamen St. Vincentius (1930), het
St. Pauluspaviljoen (1930), een noodgebouw dat als
refter en recreatiezaal voor de broeders werd ingericht
1931) en een dokterswoning voor de tweede geneesheer
(1931) gereed. Er werd een kerkhof aangelegd (1931),
er verscheen een hoofdwegennet op het terrein (1931)
en de zolder van het St. Vincentiuspaviljoen werd inge
richt tot slaapverblijf voor de broeders (1931).
In 1933 werd de afdeling Glorieux geopend. Het
St. Corneliuspaviljoen werd op 18 maart 1935 in
gebruik genomen. In 1939 wordt begonnen met de
bouw van de imposante kapel met zijn karakteristieke
koperen koepeldak. In 1940 is het gebouw gereed. Bij
zonder zijn de 12 pilaren die de 12 apostelen verbeel
den. Begin 1940 waren alle werkzaamheden voltooid en
op 30 maart 1940 volgde de feestelijke opening.
Kort daarna volgde de inval van de Duitsers in Neder
land. Een week na deze inval nam een detachement
van het Duitse leger bezit van een deel van het terrein
en van de ruimte die tot voor kort dienst had gedaan
als noodkapel. Stap voor stap werden de gebouwen
door de Duitsers gevorderd. Patiënten werden onder
gebracht in Duin en Bosch en de kindervakantieko
lonie De Eendracht en St. Anthonius in Bakkum. De
overgebleven patiënten werden ondergebracht in het
St. Pauluspaviljoen, het St. Jozefpaviljoen en een tot ver-
pleegruimte omgebouwde werkplaats.
De St. Willibrordusstichting van 1945 tot 1966
Na de bevrijding op 5 mei 1945 kwamen de patiënten
vanaf 23 juni weer in groepen terug. In 1941 hadden
de Duitsers een zwembad aangelegd op de plek waar
nu een parkeerplaats is gelegen (ten oosten van de afge
brande feestzaal). Het was een van de weinige positieve
daden van de Duitsers.
Het door de Duitsers aangelegde zwembad, 1941
In 1946 werd de bollenschuur achter het huisje van de
toenmalige eigenaar, gelegen op de hoek van de Ken-
nemerstraatweg en de Kanaalweg, omgebouwd tot het
Augustinuspaviljoen. Dit paviljoen ging dienen als
pedagogische afdeling voor veertig jongens. Nu is het
een kindercrèche. In de periode tussen 1949 en 1952
werd de kapel van prachtige brandgeschilderde ramen
voorzien.
Rond 1960 ontstond er een personeelsgebrek en er ver
schenen dan ook advertenties in de kranten. Het leeg
gekomen St. Pauluspaviljoen werd ingericht tot woon
ruimte voor de leerlingen. De, vooral jongere, leerling
verpleegkundigen werden gehuisvest in de zolderkamer
tjes van het Aloysius en St. jozefpaviljoen. Enkele, wat
oudere leerlingen werden gedurende een korte periode
gehuisvest in het St. Pauluspaviljoen. In de jaren kort
daarna werden er eengezinswoningen voor personeel
gebouwd in het zuidwestelijke deel van Heiloo en in het
noordoosten van Limmen.
De eerste vrouwelijke verpleegkundigen kwamen eind
1965 in dienst.
Het aantal eerwaarde broeders liep vanaf I960 terug van
114 naar 14 in 19902.
In deze jaren werd onder leiding van de vooruit
strevende geneesheer-directeur De Smet door de
St. Willibrordusstichting een zeer goede naam opge
bouwd. Niet alleen op het gebied van de medisch-thera-
peutische behandelmethoden, maar ook op het gebied
8