ZAL DE TOEKOMST BRENGEN? 6.1. Het monument De Oude Pastorij Dhr. Jongebloet was als gemeenteambtenaar sinds zijn aanstelling in 1978 betrokken bij het onderhoud van De Oude Pastorij. Hij kan daar in 'geuren en kleuren' over vertellen. In 1992 werd besloten de buitenkant van het gebouw aan te pakken. Omdat het gebouw sinds lange tijd geen opknapbeurt had gehad, werden in overleg met schilder Kraakman het pleisterwerk en de kozijnen eerst met een oplosmiddel ('Pillow') bewerkt. Toen de vrijkomende verflagen van de kozijnen nauwkeurig werden bekeken bleek dat de oorspronkelijke 18e eeuwse kleuren, oker geel en grachtengroen, tevoorschijn kwamen. In overleg werd toen besloten deze originele kleuren weer toe te passen bij het opnieuw schilderen. Maar er deed zich een probleem voor. Voorschriften geboden dat de te ge bruiken verf een verfsoort op waterbasis moest zijn. De bestelde verfsoort op kleur, vooral de okergele kleur, was niet 'uitsmeerbaar'. Via research bij bedrijven in België en Duitsland werd een beter te verwerken verf in de pre cieze kleur gevonden. Deze verf liet zich goed gebrui ken, hoewel er speciale kwasten voor nodig waren. Op de vraag waarom het gebouw de laatste 15 jaar te lij den heeft gehad van een zekere verwaarlozing geeft dhr. Jongebloet een genuanceerde reactie. Enerzijds had 'monumentenzorg' geen hoge prioriteit bij de gemeente Heiloo; men was bijvoorbeeld allang van plan het gebouw als gemeentelijk eigendom af te stoten. Maar er is binnen de beperkte financiële kaders De pastorie ca. 1850 28 wel het een en ander gedaan om het in goede staat te houden. Aan de andere kant is het voor de gebruiker, de Vereniging Oud Heiloo, blijkbaar niet mogelijk geble ken om voldoende zorg te besteden aan het interieur. Er had vooral, meer dan gebeurd is, gestookt en geventi leerd moeten worden. Het gegeven dat de kelder onder water stond heeft het gebouw ook geen goed gedaan. Desgevraagd bevestigt het oud-hoofd Nijdam van de afdeling Bouwkunde van de gemeente dat in zijn tijd, de negentiger jaren, monumentenzorg een 'onderge schoven kindje' was. Wel gaf de gemeente de opdracht jaarlijks de monumenten te inventariseren, maar met de lijst werd niet veel gedaan. Op de lijst prijkte De Oude Pastorij als gemeentelijk monument. In 2001 werd door de gemeente de nota 'Cultuurhis torische waarden' opgesteld. Welke invloed deze nota heeft gehad op het gemeentelijk beleid is onduidelijk. In 2004 werd een raadsbesluit voorbereid met als bedoe ling alle gebouwen in gemeentelijk eigendom die 'geen relevante maatschappelijke functie hebben' af te stoten. Ofschoon erkend werd dat De Oude Pastorij niet in de rij van deze gebouwen thuishoorde, werd toch besloten ook dit gebouw te verkopen. De meeste gemeenteraads leden hadden daar geen moeite mee. Op ambtelijk ni veau was men er niet onverdeeld gelukkig mee. Protes ten in de 'Monumentencommissie' door bestuursleden van Oud Heiloo sorteerden geen effect. 6.2. De toekomst van De Oude Pastorij De Oude Pastorij zal, naar het zich laat aanzien, haar publieke functie verliezen. De gemeente Heiloo stoot het gebouw af. Dit is conform de bestemming die de gemeente al langere tijd op het oog had. Het gebouw wordt in het gemeentelijke monumentenregister aange duid als 'bedrijfsgebouw'. Het is, aldus een verdere vermelding in het register, een pand vooral van historisch belang vanwege zijn vroegere functie". Het is gesitueerd op een "zeer markant punt in Heiloo, bij samenkomst van wegen, beeldbepalend". Daarom zullen aan de nieuwe eigenaar eisen met betrekking tot verbouwing en gebruik worden gesteld.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2008 | | pagina 30