Gesprek met mw. Bloemhoff, najaar 2007 Mw. Bloemhoff- de Geus is de laatste bewoner van de pastorie die nog leeft. Zij was gehuwd met dominee Bloemhoff die in 1968 overleed. We hebben een gesprek met haar in haar appartement in het verzorgingstehuis 'De Loet' in Heiloo. Hoewel de conversatie door de hardhorendheid van mw. Bloemhoff wordt bemoeilijkt, zijn haar ant woorden duidelijk genoeg. We willen vooral graag van haar horen wat het betekende te wonen in het relatief grote huis. Ze heeft er met veel plezier gewoond. "Een mooi centraal punt in Heiloo". Zij vond het eigenlijk jam mer dat ze in 1956 verhuizen moest naar een huis op de Kennemerstraatweg. De aanleiding van de verhuizing was niet, zoals ergens is geschreven, dat het huis niet goed bewoonbaar meer was. De do minee ging in 1956 met emeritaat en de Hervormde Gemeente vond dat een goede aanleiding om voor de nieuwe voorganger een 'burgerwoning' te kopen aan de Van Doornstraat. Blijkbaar liepen de kosten voor onderhoud en verwarming te hoog op. Op onze vraag of de pastorie destijds al enigszins vervallen was, krijgen we een heel stellig antwoord. "Zeker niet, het was een heel prettig huis om in te wonen, 's Winters weliswaar wat koud, maar we waren toen een stuk jonger en we konden wel wat hebben". Een hele belevenis was het stoken van de centrale verwarming. Deze werd gestookt met kolen. De kolen werden aan de zijkant van het huis in de kelder gestort. Het schoonhouden van het grote huis was geen probleem. Er was wel, voor drie dagen in de week, huishoudelijke hulp. Er werd door de dominee en zijn echtgenote geen huur betaald. Gebruik van de woning was een on derdeel van het traktement. Achter het huis was een mooie, grote tuin. "De cour, noemden wij die", zegt mw. Bloemhoff, "er was een prachtige seringenboom". Het domineespaar had veel aanloop. "Meestal wer den de vergaderingen van de kerkenraad en andere besprekingen hier in huis gehouden". Een plezierige tijd. Heiloo was nog niet zo groot. Je kende heel veel mensen. "Heiloo was één grote familie". Van de do mineesvrouw werd verwacht dat ze op bezoek ging bij zieken en ouderen. Ze deed dat met veel genoe gen. Nog even over het traktement van de dominee. Be langrijk waren wel de inkomsten uit andere betrek kingen. Zo gaf ds. Bloemhoff les op de Kweekschool in Alkmaar en verleende hij allerlei andere diensten, bijvoorbeeld in het Westerlicht in Alkmaar. Een mooie tijd in de pastorie aan de zijde van de domineezegt zij. Afsluitend wijst zij nog op iets opmerkelijks: "Uit het raam in de voorkamer kijkend had ik permanent zicht op het familiegraf van mijn familie, de familie De Geus, ook van mijn ouders". "Wel heel apart", vindt zij. We nemen afscheid en lopend van De Loet naar het dorpscentrum kunnen we het niet laten even een be zoek te brengen aan het oude kerkhof van De Witte Kerk. Het familiegraf van de familie De Geus blijkt niet moeilijk te vinden. Mw. Bloemhoff samen Bep van Vliet, oud-bestuurslid van Oud Heiloo, 2007 20

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2008 | | pagina 22