De opvolger van Eilerts de Haan was H.W. BloemhofF.
Hij doet zijn intrede in 1932. Bij die gelegenheid wijst
hij op de behoefte aan orde die in de wereld nodig is. De
kerk kan een belangrijke rol spelen bij het scheppen van
orde, meent de nieuwe predikant.
BloemhofF was een bekende redenaar in zijn bloeitijd.
Een adept van de 'Groninger school' met vrome en zeer
verzorgde preken. Als hij goed op dreef was kwamen
bij de toehoorders de zakdoekjes tevoorschijn, vooral
tijdens zijn preken bij begrafenisceremonieën.
Dat kwam hem ook wel eens op kritiek te staan. Jhr.
Herpert van Foreest karakteriseerde in zijn familiekring
de predikant na een kerkdienst eens met: "Die Bloemhoff
is de Telegraaf onder de predikanten".20
Maar anderen dachten er blijkbaar anders over, want de
kerkgemeente fleurde op en het kerkbezoek nam toe.
Vierentwintig jaar was BloemhofF predikant te Heiloo
voordat hij in 1956 met emeritaat ging.
echtpaar Bloemhoff op weg naar de kerkdienst.
Gesprek met de heer Van Wieringen, voorjaar
2008
Bijzondere ervaringen met De Oude Pastorij heeft
de heer Theo van Wieringen (geboren 1926). Zijn
ouders waren voor de oorlog al bevriend met de fa
milie BloemhofF. Tijdens de oorlog werd die vriend
schap nog geïntensiveerd.
In een gesprek vertelt Theo van Wieringen zijn erva
ringen. "We gingen altijd elke week naar de kerk. Als
de dienst was afgelopen liepen mijn ouders en ik eens
in de veertien dagen met mevrouw BloemhofF mee
naar de pastorie om koffie te drinken. Later voegde
dan ook de dominee zich bij het gezelschap".
En over de oorlogsjaren: "Op een gegeven ogenblik
in de laatste jaren van de oorlog in 1944 kwam ik op
een leeftijd dat ik opgeroepen kon worden door de
Duitsers.
Toen heeft de familie BloemhofF gezegd: "Kom hier
naar toe, bij ons ben je veilig." Want in De Oude
Pastorij waren twee legerofficieren, doktoren van het
lazaret (door de Duitsers tijdens de oorlog ingericht
ziekenhuis in de Willibrordusstichting), onderge
bracht. Die woonden beneden in een kamer en had
den boven een slaapkamer. De Duitsers vorderden
het huis niet, maar er moesten kamers beschikbaar
gesteld worden voor twee officieren. Die moeten daar
een jaar of drie of vier ingekwartierd zijn geweest".
Theo van Wieringen vervolgt zijn verhaal met de
opmerking: "Je zou misschien denken dat het door
de aanwezigheid van de Duitsers niet veilig was in
de pastorie. Die hadden echter totaal geen belang
stelling voor ons. Ik zeg "ons" want er was nog een
tweede onderduiker nl. Piet Willig. Wij leefden met
de familie BloemhofF, liepen gewoon door het huis
en deden af een toe een huishoudelijk karweitje".
De familie BloemhofF had een dochter Cora. Zij
werkte in de oorlog voor de ondergrondse, dat kon
ook gebeuren vanuit hetzelfde huis.
Bij de jaarwisseling van '44-'45 was er in de pastorie
tijdens de oudejaarsviering nog een klein elektrisch
lichtpuntje, omdat er Duitsers in het huis ingekwar
tierd waren.
Zo heb ik nog een herinnering aan die periode: "Op
een nacht maakte mijn vriend Piet me wakker. We
hoorden een krakend geluid en vroegen ons af wat
dat zou zijn en keken uit het raam maar zagen niets.
De volgende morgen zagen we dat de hele schutting
om de tuin was gesloopt voor brandstof. Er zijn in
die periode ook heel wat gesprekken geweest of de
prachtige rode beuk, die achter het huis staat, moest
worden omgehakt. Gelukkig is het niet gebeurd".
De heer Van Wieringen verbleef ongeveer vijf - zes
maanden in de De Oude Pastorij als onderduiker
en was daarvoor een regelmatig bezoeker en bewaart
goede herinneringen aan het huis.
Sag 19