Binnen Heiloo, dat toentertijd ongeveer 500 inwoners
telde, is een kleine gereformeerde (hervormde) gemeen
te ontstaan. Maar van een scherpe scheiding tussen ge
reformeerden en rooms-katholieken is nog geen sprake.
De aarzeling om definitief met de moederkerk te breken
was groot.9
Daarom is het ook niet verwonderlijk dat in de kerk nog
grafstenen zijn aangetroffen van pastoors mr. Ian Schot
(gest. 1667), jhr. Eduardus van Teylingen (gest. 1672)
en Gerrit Hoogeboom (gest. 1709). Maar zij hebben
geen diensten meer geleid in de kerk.
Grafsteen van pastoor Ian Schot
De katholieke kerkelijke bezittingen waren in handen
gekomen van de overheid en sinds 1573 waren rooms-
katholieke kerkdiensten - officieel - verboden in Hol
land. De kerk in Heiloo was sinds 1586 het domicilie
geworden van gereformeerde predikanten, die meer ker
ken onder hun hoede hadden, o.a. die van Oesdom. In
1630 was de kerk zover hersteld dat in het voorste deel
diensten konden worden gehouden.
Dan blijft nog steeds de vraag waar de pastoors gehuis
vest waren en of de eventuele huisvesting zich mogelijk
bevond op de plaats waar zich nu De Oude Pastorij be
vindt.
Echter het is wel duidelijk dat bij de kerk een pastorie
heeft behoord. In 1583 is er sprake van dat een deel
van de 'tiendende belasting die moest worden betaald
als deel van de opbrengsten van gepachte landerijen in
Heiloo, moest worden afgedragen ten behoeve van de
pastorie. Die tienden werden ook wel 'papentienden'
genoemd.10 Waar de pastorie in die tijd was gevestigd is
(nog) niet bekend. Vermoedelijk stond het huis dichtbij
de kerk. Het is niet uitgesloten dat het als voorganger
van het huidige huis op dezelfde plaats heeft gestaan.
In de eerste eeuwen die volgden na 1573 behoorden
kerkgebouwen en pastorieën tot het eigendom van de
overheid (De Staten van Holland) en niet tot het eigen
dom van de gereformeerde gemeenten. In 1575 werden
namens de Staten 'kerkmeesters', aanzienlijke inwoners
van steden en dorpen, aangesteld om zich in opdracht
van de Staten bezig te houden met het bouwen en on
derhouden van de kerken en de bezittingen van de ker
ken.11
Met ingang van 1586 werden, zoals gezegd, gerefor
meerde diensten gehouden in de kerk. De predikanten
werden gedeeld met andere gemeenten: Oesdom, Eg-
mond en Limmen. Dat waren Everard Loot (van 1586-
1606) en Pieter Jansz (van 1606-1633).
In 1633 werd Johannes Curtius de eerste 'eigen' pre
dikant in Heiloo. Daarvan getuigt zijn grafsteen in de
kerk: "IOHANNES CURTIUS - DIE GODS VOLCK
HIER QVAM LEERE. - ALS D'EERSTE PREDI
CANT - HET SUYVER WOORT DES HEEREN
Hij stierf in 1636. Dominee Abraham Velsius
volgde hem op, gedurende vele jaren, tot diens dood in
1667.12
Een rij van predikanten volgde. Daaronder waren nogal
wat 'proponenten', beginnende predikanten die nog
een laatste examen moesten afleggen. De kleine ge
meente van Heiloo had ook niet zoveel keus. Pas veel
later was Heiloo blijkbaar aantrekkelijker voor meer er
varen predikanten.
Predikantenbord in De Witte Kerk
vmrnzm
tmm&Amm
Sna 9
UhhHLïjl
m
V\s