HISTORIE tot 1787: PASTOORS EN PREDIKANTEN wÊtm De geschiedenis van de pastorie en haar inwoners is nauw gerelateerd aan de geschiedenis van "Het Witte Kerkje". Over De Witte Kerk en haar voorgangers is uitvoerig gepubliceerd. In die publicaties is weinig geschreven over de (bijbehorende) pastorie. Dit geldt vooral voor de periode vóór 1787, het jaar waarvan wij aannemen dat (kort) voordien een pastorie met een zekere allure is gebouwd op de plaats waar het gebouw nu nog staat.1 In de - rooms-katholieke - middeleeuwen, in 1063, wordt de kerk van "Heilegelo" voor het eerst vermeld in eigendomsoorkonden van het klooster van Echternach, het klooster dat de bezittingen van (Sint) Willibrord had verkregen. Een eeuw later liet het klooster - na veel strijd - zijn aanspraken op de kerk vervallen.2 Ook is bekend dat de relatief grote Romaanse kerk, de lengte van het schip was aanvankelijk meer dan 20 m en later meer dan 40 m, in het bezit is gekomen van de abdij van Egmond. Er wordt van uitgegaan dat vóór 900 op de plek waar de kerk nu staat al een houten godshuis moet hebben gestaan. De kerk gold in de vroege mid deleeuwen als 'moederkerk' voor de omgeving, zo ook voor Alkmaar. Lange tijd hebben kloosterlingen van de abdij van Egmond de katholieke erediensten geleid. In de der tiende eeuw was het de gewoonte dat aan kanunniken, of andere hoge geestelijken, pastoorsplaatsen werden geschonken. Die lieten in de parochie het ambt uitoefe nen door een vicaris. Men vond dit blijkbaar geen ideale toestand. Derhalve werden in Heiloo parochiepastoors aangesteld. In 1409 zijn de namen bekend van Johannes Moers en Willem Keyser.3 De naam van de laatstgenoemde en de naam van Jan van Hout zijn ook bekend door bestudering van binnen en buiten de kerk aangetroffen grafstenen. Een van de grafstenen vermeldt: "HIER LEIT BEGRA.V.. HEER WILLEM KEYSER PASTOIR VA. HEILIGHELOO Hij moet zijn gestorven vóór 1431.4 Aan het einde van de vijftiende eeuw had de abdij de volledige zeggenschap over de kerk; de abt benoemde de pastoors, veelal monniken van het klooster. De ab dij kon de 'tienden' die de gelovigen moesten opbren gen goed gebruiken. Pastoor Jacob Sijmonsz koos partij voor de armlastige kerkgangers die deze belasting niet konden betalen en werd daarom in 1499 geëxcommu niceerd.5 Pastoor Willem Ossman van Heyloo bevond zich in 1536 aan de zijde van de prelaat van Egmond (en de heer van Foreest) in een geschil contra de ver weerders inzake de bouw van twee molens buiten Alcmaer met het doel de Egmonder en Bergermeer droog te malen'. Het "Hof van Holland" verklaart de eis tot stopzetting der bemaling en tot afbraak der molens niet ontvanke lijk. Vervolgens verklaart Karei, rooms keizer (leefde van 1500 - 1558, 1549 -1556 Heer der Nederlanden, w.b.), het beroep tegen het vonnis van het Hof van Holland niet ontvankelijk.6 Dat de pastoors toen al waren gehuisvest in een nabij gelegen pastorie is aannemelijk. Monniken van de abdij die de diensten hebben geleid in Heiloo gingen vaak te voet van de abdij naar de kerk in Heiloo. Dan breekt een geheel andere periode, een grote om mekeer, in de geschiedenis van Nederland en ook van Heiloo aan. Daarbij moet gezegd worden dat deze om mekeer in sommige aspecten zich geleidelijker voltrok dan op het eerste gezicht lijkt. Tijdens het bewind van Philips II, sinds 1556 "Koning van Castilië" en Heer der Nederlanden kreeg de hervor ming van de katholieke kerk tegelijk met de vrijheids strijd van de Nederlanden greep op de bevolking. In Heiloo werd de sinds kort na een brand (1568) her bouwde kerk grotendeels verwoest door de geuzenben den van Sonoy, aanvankelijk niet welkom in Alkmaar, tijdens het beleg van de stad (1573). Jarenlang was men niet in staat (en in de gelegenheid) de kerk te herbouwen: de ruïnes beheersten het dorps gezicht.7 Het is de vraag in welk tempo de hervorming haar in vloed deed gelden in Heiloo. In 1566 werden op de "Preekstoel", in het Heilooër bos, hagenpreken gehou den voor de calvinisten van Alkmaar en omgeving.8 In hoeverre daarvoor vanuit de Heilooër bevolking belang stelling bestond is niet bekend. 8 -■y-y

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2008 | | pagina 10