In 1557 werd hij als stadsgeneesheer in Delft benoemd. Daar bouwde hij naam en gezag op bij de bestrijding van de pestepidemie in die stad. Ook behandelde bij zo nu en dan Willem van Oranje die in die periode in Delft zijn domicilie had (en er in 1584 werd vermoord). In 1595, na de dood van zijn vrouw, wilde Van Foreest graag weer naar Alkmaar terug. Hij kreeg zijn zin: in dat jaar benoemde de stad hem als stadsgeneesheer en verleende hem een hoog salaris. De "Observationes et curationes medicinalis" en de "Observationes et curationes chirurgicae" Gedurende zijn werkzame leven als praktiserend arts tekende Pieter van Foreest zijn ervaringen op met de bijbehorende theorie. Zo zijn in eenenveertig boeken de indrukwekkende "Observationes" ontstaan en uitgege ven. De "Observationes" zijn in (de vaktaal) het Latijn geschreven door Petrus Forestus. Bij een uitgave van dergelijke boeken werden delen vaak samengevoegd en gebundeld. Van Foreest droeg bij een uitgave de bundels op aan een persoon of instantie. Dit ging vergezeld met een (handgeschreven) "opdracht" ge richt tot de persoon of instantie. Meestal, zoals gebrui kelijk was in de 16e en 17e eeuw, in de vorm van een lofzang of lofrede. Zo werden bundels opgedragen aan Delft en Middelburg. Twee maal kwam Alkmaar aan de beurt. De dedicatie bij de boeken 26 en 27 van de "Observationes" Bij het opdragen van de tweede bundel aan de stad Alk maar (1596) worstelde Van Foreest met een probleem pje: de bundel bevatte een beschrijving van de behande ling van geslachtsziekten. Dat was wellicht wat pikant en riskant. Maar hij gaf er een gewiekste draai aan: het onderwerp mocht laag bij de gronds lijken, maar is dat niet. Immers het is noodzakelijk dat er artsen zijn die kundig zijn op dit gebied, want de ziekten hebben ge volgen voor de voortplanting en zonder aanpak van deze ziekten raakt de aarde zonder mensen. Vervolgens geeft hij de reden van de "opdracht" aan: hij prijst de stad voor zijn aanstelling als stadsgeneesheer waarmee ook bewerkstelligd werd dat de geneeskunde in de stad op wetenschappelijke wijze werd beoefend in tegenstelling tot de kwakzalverij. Een lofrede op Alkmaar Dan volgt van de hand van Foreest een lofrede op Alk maar. De auteur van het artikel in "Oud Alkmaar" biedt de vertaling van de beschrijving die Van Foreest geeft. De beschrijving omvat de lofzang op de Latijnse school van Alkmaar met zijn beroemde rectoren. Verder het pret tige leefklimaat met mogelijkheden om wandelingen te maken naar Egmond en Bergen. De bloeiende handel, de markten en de nijverheid die mogelijk worden ge maakt door de omgeving, de goede routes en vaarwe gen. Terloops komt een onderwerp aan de orde waarbij mogelijk enig familiebelang in het geding is: versterking van de dijken van de Zijpe (van het "hondsbos") nodig na een grote dijkdoorbraak in 1570. Een onderwerp dat heden, 2007, ook nog actueel is. Voorts worden nog de "Grote Kerk" en het stadhuis beschreven en geroemd. De beschrijving eindigt met het prijzen van de vesti- gingswerken van Alkmaar. Die zo effectief bleken te zijn in 1573. Daarbij haalt hij nog aan dat zijn broer Nan- ning van Foreest de "Historia" heeft geschreven van de gebeurtenissen in dat jaar. De door Loots geboden vertaling van de "lofrede" is zeer leesbaar. Lees verder: "Pieter van Foreest over Alkmaar", G.M.P. Loots, Oud Alkmaar, 31e jaargang, nummer 2, 2007, pag. 29 41. Wim Buwalda HEYLOOER CRONYCK )&s> 17

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2007 | | pagina 19