Weiland met versperringspalen zoals die op vele weilan
den rond Alkmaar, Heiloo, Limmen en Bergen werden
geplaatst. (Foto uit archiefPiet Mooij, Bergen NH,
beschikbaar gesteld door J.H. Schuurman).
De rails eindigden bij ons op de Hoge Petten, een stuk
voor de tocht (de belangrijkste sloot voor de afwatering
van de polder). Dat had mijn vader voor elkaar gekre
gen, zodat er nog ruimte was om de koeien er langs te
laten om bij het land achter de rails te komen.
Om de rails stond op ongeveer vijftien meter afstand
aan beide kanten een hoog prikkeldraadhek, met zes of
zeven draden, met op enkele plaatsen damhekken om
de koeien ook daar doorgang te geven. Dat kon dan
soms overdag en dan konden we er ook met de wagens
over de rails, door balken tussen die rails te leggen. Maar
voor vijf uur 's middags moesten we weg wezen, want
dan werd er stroom opgezet. Het was verboden terrein,
maar we mochten er wel vee overheen jagen.
Alle sloten in de polder waren met rietmatten bedekt.
Het polderlandschap met de sloten moest lijken op een
echt vliegveld waardoor geen sloten lopen.
In de tocht hadden ze in het midden palen geslagen en
een sliet daaroverheen gelegd, staaldraden gespannen
met daarover de rietmatten.
De tocht was anders te breed. De matten werden al
lemaal groen gespoten met groene verf. Er stonden aan
de kanten van de sloten allemaal vierkante paaltjes met
prikkeldraad om te voorkomen dat de koeien op de riet
matten zouden komen.
Bij ons gingen eens vijf koeien dood omdat ze vergiftigd
waren door die verf. Bij het overgieten van grote vaten
of bij het spuiten zal er gemorst zijn op het gras.
Hoe bewust waren de bewoners in de
omgeving zich destijds van de tocb nogal
bedreigende situatie als je een namaakdoel
voor luchtaanvallen naast je huis hebt?
De heer Jan Piet Rotteveel vertelt dat zij wel wisten
dat er een vliegveld was in Bergen. Aan het begin van
de oorlog stonden we om vier uur 's morgens buiten,
om te zien hoe de Duitsers daar hun bombardementen
uitvoerden. Maar ik ben mij tijdens de oorlog nooit zo
bewust geweest waarvoor het schijnvliegveld allemaal
diende. Ook van het gevaar was ik me niet zo bewust.
Mijn vader zal er wel meer van geweten hebben, maar ik
was dertien aan het eind van de oorlog.
Wij geloofden eigenlijk dat de Engelsen er nooit in zou
den trappen zegt Kees Kuijs. We dachten dat de bom
men die er afgeworpen werden, dat waren er niet veel,
dat die door de Duitsers zelf werden gegooid. Als de
Engelsen zouden bombarderen zouden ze er toch veel
meer gooien.
Foto van restant van fosforbom gevonden in 2006op het
land van Liefting gelegen langs de Zanddijk enkele hon
derden meters van de "startbaan" in de Vennewaterspolder.
De lengte van deze bom ongeveer 50 cm.
Mij is een treffer bekend, een zware bom, aan het eind
van de rails bij Rotteveel. Verder waren er wel eens bom
men die niet tot ontploffing waren gekomen. Brand
bommen, die waren kleiner, daarvan is wel een flink
aantal gevallen. Van de fosforbommen, dat waren hele
grote, was er ook een die niet tot ontploffing was geko
men. Pé Hoogland stak er eentje in de fik. Dat rookte
geweldig. Hij probeerde te blussen met water maar dat
lukte natuurlijk niet. Wel hadden we nog last van de
blindgangers van het afweergeschut.
HEYLOOER CRONYCK 13