L» y I Kaartje met de situering van de hangar en startbaan met de ingeschreven namen van de weilanden, de zogenaamde veldnamen. dat er parachutisten zouden landen. Dat was althans bij het gedeelte aan de kant van de Yennewatersweg zo. Ik dacht dat ze bij Rotteveel niet stonden. Die palen werden in de laatste oorlogswinter veel weg gehaald door mensen die geen brandstof meer hadden. Ze kwamen dan om de palen af te zagen en namen ze mee. Als je dan 's morgens het land in kwam, dan zag je dat er hier en daar eentje weg was. Ik herinner me nog wel dat het erg spannend was wanneer ik 's avonds naar buiten ging en de mensen hoorde zagen. Dan dacht ik: Mensen de Duitsers zullen toch niet komen! Jan Piet Rotteveel vult aan. Dat van die palen weet ik ook nog wel. Maar bij ons hebben ze nooit gestaan. Ze werden door de mensen al weggehaald, voordat ze in de grond gezet waren. Mijn vader is daar toen nog voor meegenomen, omdat hij verdacht werd van het meene men van die palen. Ik zie het nog voor me: op 10 april 1944, om half zeven 's avonds kwam er een auto met drie Duitse soldaten. Eén zat er voorop het spatbord, één achter het stuur en één achterin met geweer. Ook Piet Opdam werd toen opgepakt en samen hebben ze toen in Alkmaar een nacht vastgezeten. 12 ©Y HEYLOOER CRONYCK widdtl v/eid I:

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2007 | | pagina 14