ernesse' (1840). Zij schreef verder o.a. 'De Delftsche wonderdokter '(1870/1871) en het bekende 'Majoor Frans' (1874). Al tijdens haar leven werd Majoor Frans vertaald in het Engels, Frans, Duits en Zweeds. Ook nam Toussaint de schrijver W.J. Hofdijk (1816- 1888) uit Alkmaar mee naar Heiloo. Zijn komst op de pastorie was geen succes. Zelfs de beminnelijke Hase- broek kon hem niet uitstaan: "veel inbeelding en weinig bildung Voor Hofdijk was de kennisma king echter van grote betekenis. Hij zag in dat hij zijn 'bildung' moest vervolmaken. Hij bewonderde Beets en Hasebroek zeer en trok zich aan hen op. Met zijn 'Ken- nemerland Balladen' (1850) brak hij door als erkend schrijver. De dandy-figuur Johannes Kneppelhout (1814-1885) was vaak op de pastorie te vinden; hij logeerde er soms wekenlang. Ook was hij -gezien zijn goede manieren welkom op Nijenburg. Door 'De Kring' werd hem afge raden zich te richten op het schrijven in het Frans. Hij nam dat ter harte. Enig succes verkreeg hij vervolgens, onder het pseudoniem 'Klikspaan', met 'Studenten-ty- pen'(184l) en 'Studentenleven' (1844). Daarna schreef hij niet veel meer. Met E.J. Potgieter (1808-1875) had Hasebroek vaak contact, maar dan vooral schriftelijk. Hasebroek was een gekend brievenschrijver. Slechts eenmaal heeft Potgieter Hasebroek bezocht (ondanks de dringende uitnodiging van Beets). Potgieter is minder als schrijver, maar meer als meedogenloze criticus bekend. Als oprichter van 'De Gids' heeft hij grote betekenis gehad. Hasebroek als prozaschrijver Dan mogen we niet vergeten het bekendste literaire werk van Hasebroek te noemen, de verzameling verha len "Waarheid en Droomen", gepubliceerd onder de schuilnaam Jonathan 1840)Deze verhalen voorzagen blij kb aar in een behoefte, want tijdens zijn leven ver schenen er acht 'uitgaven' (tot 1891) en twaalf herdruk ken. In de verhalen leiden zaken en gebeurtenissen uit het dagelijkse leven ('Waarheid') tot overpeinzingen ('Droomen'). Daar wordt van alles bijgehaald: de Bij bel, de geschiedenis, de literatuur en zo meer. Jonathan strooit nogal gul met zijn belezenheid en eruditie. De prozastukken zijn -voor de moderne lezer- zeer wijd lopig en weinig boeiend. Aardig is wel de milde ironie en zelfspot in de stukken. Enkele passages worden hier onder als voorbeeld weergegeven. Bij het aanschouwen en horen van de klok in zijn woon kamer: "Het is een groote dwaling dat sommige menschen het er voor houdendat hun klok een perpetuum mobile is, dat nooit zal blijven stilstaan: zóó is het niet: het perpetuum mobile is boven, en onze klok kan ons alleen helpen om het te vinden. Foei dezelfden, die zich schamen zouden het kapitaal van hun vermogen aan te raken, verspillen van hun beter kapitaal hoofdsom en renten tegelijk. Het komt altemaal van het verkeerd gebruik der klokken. En naar aanleiding van het lezen van annonces over het veilen van erfgoed in de "Opregte Haarlemsche Cou rant", die dagelijks met veel ceremonieel en genot wordt aangepakt en opengeslagen: "Mij dunkt, indien ik het voorkomen kon, zou ik trachten mijn testament zoo in te richten, dat mijn verlaten nest beter geëerbiedigd werd. Mij althans zou de gedachte on- verdragelijk zijn, van mijn kleine bezitting aldus aan de ergelijke nieuwsgierigheid der menigte prijs te geven. "Ei, ei, en zat Jonathan nu op zoo'n stoel? wel, wel, is dat nu 's mans boekenkast? ei, zie daar hebt gij de huisklok ook, waar hij in zijn boekje hoe heet het ook van spreekt! En ginds hangt zeker het portretje, waarover hij dat malle stukje geschreven heeft! Ei zie, dat zal de piano van Editha (- Betsy Hasebroek, w.b) zijn!" Ik kan koud worden als ik er aan denk. Het voorlezen en bespreken van de eerste versies of drukproeven zijn vast een onderdeel geweest van de ac tiviteiten tijdens de bijeenkomsten van de vrienden op de pastorie. Hasebroek in latere tijd In 1843 werd Hasebroek in Breda beroepen en benoemd (en later nog in Middelburg en Amsterdam). In Breda trad hij in het huwelijk met Jonkvrouw Tets. Inmiddels, reeds in Heiloo, was hij onder invloed gekomen van een volgeling van Bilderdijk en Da Costa: Willem de Clerq. De Clerq was een aanhanger van het Réveil, een orthodoxe beweging in de Hervormde kerk. Dit leidde er bij Hasebroek onder meer toe dat zijn geschriften een andere toonzetting kregen. Hij bleef brieven schrijven, presideerde vergaderingen van letterkundigen, schreef HEYLOOER CRONYCK W? 9

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2007 | | pagina 11