1836, op de plek waar Beets zo graag had willen staan, immers in de buurt van de dames van Nijenburg. Hase- broek had zijn 'kruiwagen'. Zijn voorganger in Heiloo ds. Veder kende Hasebroek van de studentenweerbaar- heid, de 'Leidscbe Jagers'. De gastvrijheid die de passanten en logés werd geboden kwam voor een belangrijk deel op het conto van Betsy, Elisabeth Johanna Hasebroek (1811-1887), de zuster van de dominee, die bij hem op de pastorie was inge trokken. Betsy had net als haar broer enig literair talent. Op de pastorie schreef zij, gesteund door haar broer, in 1838 haar roman "Te laat", die zo begint: "Het was eene schone zoele dag in Julij, toen het gekraak van de wielen eener ligte tilbury de stilte afbrak, die rond om het buitengoed Lindenburgh (lees: Nijenburg, w.b.) heerschte. Over het geheel het landschap lag een gedwongen rust verspreid, die welsprekend den graad der hitte teek- ende, waaronder de aêmechtige natuur zuchtte. De schrijfster had, volgens het voorwoord van de ro man, zelf geen hoge muts op van haar schrijfkunst. Zij hoopte op "een genadig oordeel" En schreef meer voor zich-zelve dan voor het Pu bliek". Dit heeft Betsy niet belet nog drie romans in de pastorie te schrijven. Zij staat te boek als een van de weinige vrouwelijke auteurs uit de eerste helft van de ne gentiende eeuw. Ze bleef vooral bekend als "de Schrijf ster van 'Te Laat'. De komst van Hasebroek en zijn zuster naar Heiloo is van groot belang geweest voor de Alkmaarse schrijfster Anna Louise Geertruida Toussaint ('Truitje') (1812 1886). Zij was ongelukkig als beginnende schrijfster in het kleinburgerlijke Alkmaar. "Trui Toussaint wil ro mans schrijven! Zij die op school hare sommen niet kon maken!" schreef men in Alkmaar over haar. Bij de eer ste ontmoeting in de pastorie in Heiloo was het meteen raak: "Wij sloten een drievoudig vriendschapsver bond", schreef Toussaint. Betsy en zij werden harts vriendinnen en Hasebroek een goede vriend. (Er was wel sprake van verliefdheid van Toussaint voor Hase broek.). De schrijfster bloeide helemaal op. Zij werd geïntroduceerd op Nijenburg en bezocht daar de sa menkomsten van de vrienden van Hasebroek en Beets en de bewoners. Potgieter en Beets hadden wel kritiek op haar. Beets liet zich kennen met: Ondertusschen blijf ik er bij dat een vrouw niet schrijven moest Maar men zwichtte voor haar roman 'Het huis Lau- (Afb. 5: Nico laas Beets) (Afb. 6: Elisabeth Hasebroek) 8 <sN HEYLOOER CRONYCK

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2007 | | pagina 10