1935 is het in gebruik genomen voor de verpleging van epileptici. Met het oog hierop
waren de trappen voorzien van extra bordessen om de risico's bij eventuele aanvallen
zoveel mogelijk te beperken. Het pand is in dezelfde bouwstijl opgetrokken als de
overige (oudere) bebouwing van Willibrordus. Het heeft een symmetrische voorgevel
met betonnen luifel. In bronzen letters staat boven de ingang "SINT CORNELIUS" en
daarboven bevindt zich een loggia. De zijgevels zijn als tuitgevel uitgevoerd. De
achtergevels van de hoekpartijen zijn identiek aan de voorgevel; de zuidgevel van de
uitbouw is eveneens symmetrisch. Het gehele pand, bestaande uit twee bouwlagen, is
gedekt met een zadeldak, bestaande uit gesmoorde verbeterde hollandse pannen; de
dakkapellen hebben leigedekte zijden. De gevels zijn in kettingverband gemetseld en
het muurwerk wordt afgesloten door een brede dakgoot op zware klossen. Onder de
vensters zijn forse zwartgeglazuurde lekdorpeltegels toegepast.
Ook het interieur verkeert nog grotendeels in de oorspronkelijke staat: ori
ginele tegelvloer, authentieke tegellambrizering. In de oostmuur van de hal staat een
kalkstenen hoogrelief ingemetseld, voorstellend Sint Comelius ten voeten uit. Het
pand heeft opvallend brede gangen, die naar verluidt patiënten de mogelijkheden
boden om hun motorische onrust kwijt te raken. Ook de twee trappenhuizen verkeren
nog in originele staat. Het Monumenten Inventarisatie en Selectie Project van de
Provincie Noord Holland concludeert dan ook ten aanzien van dit pand: "Het
paviljoen Comelius is van algemeen belang wegens cultuur- en
architectuurhistorische waarde als zorgvuldig ontworpen en gaaf bewaard gebleven
historisch-functioneel onderdeel van het complex St. Willibrordusstichting".
In 1996 heeft de Gemeente Heiloo, op advies van de gemeentelijke Monu
mentencommissie, het initiatief genomen om verschillende gebouwen van de Wil
librordusstichting, waaronder dit gebouw Comelius, op de gemeentelijke monu
mentenlijst te plaatsen. Het bestuur van Willibrord is het hier niet mee eens. Het
vindt, dat het gestichtskarakter van Willibrord niet in overeenstemming is met de
hedendaagse opvattingen over wonen en werken in de psychiatrie. En volgens de
normen van het Ministerie mag Willibrord slechts 33.000 m2 bebouwde oppervlakte
hebben, en heeft zij 55.000 m2 bebouwde oppervlakte. Het meerdere wordt met
ingang van 1997 niet meer vergoed. In de loop van 1997 komen de paviljoens
Comelius, Paulus, Vincentius, Glorieux en Aloysius leeg. Dit betekent, dat behalve
het centrale gedeelte van het hoofdgebouw alle vooroorlogse gebouwen leeg staan. De
instandhouding ervan zou in de miljoenen lopen en Willibrord is niet bij machte deze
kosten, die dus niet worden vergoed, te betalen. Het is wel bereid om het
hoofdgebouw met de daarbij behorende paviljoens Glorieux en Aloysius te behouden,
maar voor de gebouwen Comelius, Oud-Vincentius en Paulus wordt een sloopvergun-