sprookje van Roodkapje". Nu zult U zeggen: "Maar die jongens waren toch al
lang aan de sprookjes ontgroeid?" Natuurlijk wel. Maar wat hen boeide, was het
feit, dat er in Hilversum iemand zat te vertellen, en dat ze het in Heiloo konden
verstaan, alsof de verteller/-ster naast hen stond.
Men kon zich toen nog verbazen over deze dingen. Tegenwoordig krijgt men
beelden uit verre oorden, rechtstreeks en in kleur op het scherm en men verwon
dert zich nergens meer over.
Overigens ging die verkoop van radiotoestellen niet zo vlot; niet iedereen kon
zich die uitgave veroorloven, bovendien, het was luxe, de meeste mensen konden
hun centen wel aan andere zaken besteden. Het radio luisteren nam pas toe, toen
de radiodistributie kwam, maar dat zou een ander verhaal worden.
Tot zover deze herinnering uit die tijd.
O ja, ook dit nog even.
Een jongen op school wist te vertellen: "Zeg, weet je, dat ze het radiotoestel van
De Rooy weer afgenomen hebben?"
En wij in koor: "O ja, waarom?
"Er zat stof op".
Nou ja....
BOSBRANDEN IN HEILOO
Het zal wel aan weinigen bekend zijn, dat Heiloo ook zijn bosbranden
gehad heeft. En toch zijn ze er geweest! Maar daarvoor gaan we terug naar de
jaren 1925 - 1927.
Wij waren nog schoolkinderen en onze weg naar huis ging via de overweg bij de
Kerkelaan. Het was op een Zaterdag, zo tegen twaalf uur, dat wij daar aankwa
men en zagen, dat het bos brandde; dat was op het gedeelte, dat gelegen is tussen
de Belieslaan en de spoorbaan, het zogenaamde Overbos. Nu moet U bij deze
brand niet denken aan de laaiende vuurzee, zoals we die kennen van beelden uit
bijvoorbeeld Zuid-Frankrijk. Nee, dat lang anders. U moet weten, er werd elk
jaar in de winter een gedeelte van het bos gekapt, en als het hout afgevoerd was,
bleven er kale stobben of stompen over, bepaald niet mooi. Maar deze stobben
groeiden in het voorjaar weer uit met een massa twijgjes en jong groen en dat
was verrassend mooi.