meeste werktuigen werden nog van steen gemaakt. Het bezit van een bronzen voorwerp was voor de meeste prehistorische mensen niet weggelegd. De metalen koper en tin waar brons van gemaakt wordt, komen namelijk in de Nederlandse bodem niet voor. Deze metalen moesten van zeer ver komen. De herkomst van de bronzen sikkel was dan ook niet gemakkelijk te achterhalen. Uiteindelijk vond de heer Brunsting gelijkende exempla ren in een museum te Athene. In de vitrine met Myceense vondsten trof hij bronzen sikkels aan die wel zeer veel leken op die van Heiloo: dezelfde kromming, dezelfde dikke nig, ook met één bevestigingsgat en met dezelfde afmetingen. Is het mogelijk dat het bronzen exemplaar van Heiloo afkomstig is uit het Myceense Griekenland? Onmoge lijk is het niet, want de Griekse sikkels worden gedateerd in de 13e eeuw voor Chr. en dit valt binnen de datering van 1400-500 voor Chr. Ook in Engeland zijn er voorwerpen gevonden die gelijkenis vertonen met voorwerpen uit het Myceense Griekenland.'" De vijf voorwerpen waren in ieder geval geen wapens, zoals men aan Hanns gesuggereerd had. De vorm van deze werktuigen vertoont overeenkomsten met die van sikkels. Vroeger namen archeologen dan ook aan dat dergelijke gereedschappen gebruikt waren voor het oogsten van graan. De prehistorische 'sikkels' zijn echter te dik om graan te oogsten. Bovendien zijn ze meestal gevonden in gebieden die in de prehistorie te nat waren om graan te verbouwen.16 A. van Gijn, verbonden aan het Instituut voor Pre- en Protohistorie te Leiden (IPL), heeft de 'sikkels' onderzocht op gebruikssporen. Zij heeft een aantal experimenten gedaan met het oogsten van graan met sikkels. De sporen en de glans die daarbij op het steenoppervlak ontstonden heeft ze onder de microscoop vergele ken met die op prehistorische 'sikkels'. De sporen bleken niet overeen te stemmen. Als de prehistorische 'sikkels' niet gebruikt zijn voor het snijden van graan, waarvoor dan wel? Weer leverden experimenten een oplossing voor dit probleem. Het bleek dat de krasjes op de oude 'sikkels' nog het best overeenstemden met de sporen die ontstaan bij het snijden van plaggen. Van Gijn sluit echter niet uit dat met de sikkels ook geoogst werd. Eventuele sporen hiervan kunnen immers door het latere snijden van plaggen uitgewist zijn. Het snijden van zoden is overigens niet zo vreemd als op het eerste gezicht wellicht lijkt. Zoals al eerder gezegd zijn de 'sikkels' vooral in gebieden gevonden die in de prehistorische tijd nogal drassig waren. Op dergelijk natte terreinen groeiden bomen slecht, zodat bouwhout nauwelijks beschikbaar was. De zoden konden worden gebruikt om huizen te bouwen en tevens om grafheuvels op te werpen.17 Jammer genoeg zijn er nog geen sporen van huizen of grafheuvels gevonden in Heiloo uit de periode 1400-500 voor Chr. Elders, ondermeer in West-Friesland en in het Middennederlandse rivierenge bied, bij Zijderveld, zijn wel restanten van huizen gevonden uit de Midden Bronstijd (1700- 1100 voor Chr.). De wanden van deze huizen bestonden uit dubbel vlechtwerk waartussen mogelijk gestapelde zoden hebben gestaan.18 Op één vraag is nog geen antwoord gegeven. Waarom stonden de voorwerpen op een rij met de punt in de grond? Wel vaker vinden archeologen in Nederland bijzondere voorwerpen waarvan zij het vermoeden hebben dat ze niet per ongeluk verloren zijn

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 1995 | | pagina 11