Foto 1: In het profiel van een wegtracé troffen wij een
waterput aan. Scherven, die eertijds in de put terecht
gekomen waren "vertellen" ons, dat de ton in de 13e
eeuw in gebruik is geweest. Omdat het hier om een ton
gaat, vermoeden we dat de eigenaar van de grond een
vermogend man is geweest. Minder rijke mensen groeven
slechts een gat en stapelden dan een put op uit zoden.
De put werd uiteindelijk afgesloten met een dikke bonk
klei. De reden hiervoor is ons onbekend. Misschien
stonk de put of bleef het een hinderlijk drassige
plaats; het blijft gissen.
De foto is genomen in zuidelijke richting.
Foto 2: De veenzodenput is voor de helft uitgegraven,
zodat we de put in profiel kunnen zien. Rechts zijn
duidelijk vier opeengestapelde veenzoden waarneembaarw
In het midden zien we de eigenlijke waterput. Deze is
helemaal uitgegraven zodat de opbouw uit veenzoden
duidelijk te zien is; enkele naden verraden de opbouw
uit veenzoden.
De foto is genomen in noordelijke richting.
ze greppel vonden we een drietal schepsteken op een
onderlinge afstand van ongeveer 15 cm. De richting van
deze schepsteken was noord-zuid. Waarschijnlijk liepen
de schepsteken verder door in de opgravingswandOp
grond van de 12e/l3e-eeuwse kleilaag en de opvulling
met stuifzand van de greppel mogen we verwachten, dat
de greppel ouder is dan de 12e eeuw. De drie schepste
ken zijn daarmee de oudste bewoningssporen op het
terrein. De globale richting van de schepsteken, noord
zuid, staat loodrecht op de huidige verkaveling, zie
figuur 3. Zou de huidige kavelindeling terug kunnen
gaan tot de 12e eeuw of zelfs nog ouder? De gegevens
zijn ontoereikend om daar een definitief antwoord op te
geven. Het geeft wel aan, dat dit terrein nauwlettend
in de gaten moet worden gehouden.
De sporen van menselijke bewoning die we hierboven
kort besproken hebben, concentreren zich aan de oost
kant van Heiloo op de rand van de strandwal. Gaan we
verder naar het oosten, van de strandwal af, dan
=8=