de Kennemerstraatweg nummer 7de "Lutine""Block-
hove"het huis op nummer 41 en aan de Heerenweg nummer
2, "De Specht".
De methode om op industriële wijze hout te verwer
ken en prefabricage toe te passen, kwam uit Noord Ame
rika. In Duitsland speelde de N.V. Christoph Unmack
een belangrijke rol in deze moderne ontwikkeling. Deze
firma had twee timmerfabrieken, een in Tsjechoslowakije
en een in Opper Silezië bij de Poolse grens, in het
plaatsje Niesky-OberlausitzDaar werd al dertig jaar
met deze methoden gewerkt, waarbij voor de vormgeving
inspiratie was gezocht bij de oude Noorse bouwtrant. In
de catalogi "Nordische Blockhausern" werden materiaal,
constructie en huizenvoorbeelden gegeven.
Ook in het Hollandse tijdschrift "Buiten" van 1920
verscheen een artikel van de ontwerpen-architect F. A-
belHet sterke en toch lichte grenenhout werd geïm
pregneerd. De balken of badings werden aan alle kanten
geschaafd en aan de onderkant voorzien van een spon
ning. Door de 7 cm dikke balken van de buitenwanden ho
rizontaal met elkaar te verbinden, ontstonden krimp-
vrije draagwanden. Als isolatie tussen de plafonds werd
cokes gebruikt. De overstekende daken beschermden tegen
weersinvloeden
De uiteinden van de windveren werden versierd met
oude noorse drakemotieven. De huizen waren ruim voor
zien van ingebouwde kasten en hadden een stenen voet.
De gemiddelde bouw duurde drie a vier maanden.
In opdracht van de N.V. "Nijenburg" verzorgde tim
merman/aannemer J. Rus het transport uit Niesky. Het
verhaal gaat, dat hij onder de houtlading jachtgeweren
meesmokkelde! Door de meegekomen Duitse monteurs en het
werkvolk van Rus, zoals Jan Hommes, Jan Bolten en Nic
de Zeeuw werd de bouw uitgevoerd.
Bij "Blockhove" werden enige uiterlijke verande
ringen aangebracht. Zo liep de stenen voet door tot een
meter onder de grond, waardoor een souterrain ontstond.
Om klimatologische redenen werden de open bedoelde ves
tibule en serre gesloten ruimten. De noorse motieven
bleven achterwege en het dak werd gedekt met brandwe
rend riet. Hoogstwaarschijnlijk kreeg de rietdekker H.
Groot met zijn drijfborden en bandhaken hier de op
dracht voor.
=2=