Een kamer, zoo als Vader er daaglijks maakt en sluit' 'Kind!' riep Jan Janszen, zuchtte diep, en - blies den adem uit. Straks maakt de man van Grietje zijn kamertje gereed. Nu komen al de kindren op, in 't effen zwarte kleed. Jan Janszen wordt begraven met plechtig rouwmisbaar; En op zijn grafsteen staat: hier rust. En dat is dan ook waar. Eer brengt een arme vader, met vreugd, zes kinderen groot, Dan dat zes rijke kinderen hem koestren in zijn nood. Het Neurenbergsche Volksverhaal, naar hetwelk deze Ballade geschreven is, heb ik gevonden bij Caspari (Geist- liches und Weltliches. Erlangen 1854). De 'Spaansche Wijsheid' zegt bij onzen Huygens: Un Padre para cien Hijos, Y no cien Hijos para un Padre. Een Vader doet voor hondert Sonen Dat hondert Sonen hem alleenigh niet en loonen. 40

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 1989 | | pagina 42