STOOMEN
Stoomen, stoomen, stoomen!
Heel de wereld door!
'k Heb een plaats genomen
Op het langste spoor.
'k Wil in zeven dagen
Even naar Japan,
Met dien houten wagen -
Voerman! kookt je span?
Stoomen, stoomen, stoomen!
Vliegen langs de baan!
Die wil zitten droomen,
Mag met paarden gaan.
Moffen, Polen, Russen,
Zie ik in een week;
Zeil jij ondertusschen
Heen en weer naar Sneek.
Wijf! zit niet te pruilen!
Wees toch niet zoo dom!
Voordat je uit kunt huilen,
Ben ik al weerom.
Eer de kousen klaar zijn,
Daar je nu aan breit,
Zal ik al weer daar zijn
Met mijn dierbaarheid.
Stoomen, stoomen, stoomen!
Snel door veld en bosch,
Over diepe stroomen,
Midden door de rots!
Aangevuld de dalen!
Bergen omgehakt!
'k Ga een theeblad halen
Van Chineesch verlakt.