Op de schoorsteens, wijd en zijd
Broedden de eibers als altijd;
Haarlem's duinen bleven staan;
't Breede water van de Zaan
Voerde, als immer, vrij en vlug
Duizend schuiten op zijn rug;
En zoo ver men had gehoord
Brak geen Zaanlandsch boer zijn woord;
- Toch had Elsje's preutschheid uit,
En zij werd Klaas Gijsen's bruid.