ELSJE'S GELOFTE
Hoor wat Elsje van de Zaan
Rond en duidlijk deed verstaan:
'Nooit word ik Klaas Gijsen's bruid,
Al stierf heel het menschdom uit,
Al bleef op dit oogenblik
Niemand na dan hij en ik!
Voor geen opschik, goud of pracht,
Voor geen aanzien, rang of macht,
Voor wat m' ooit mij bieden wou -
Nooit word ik Klaas Gijsen's vrouw!'
Oude Jasper sprak met recht:
"t Zegt niet wat een meisje zegt!
't Vee verliet den stal nog pas
Voor 't ontspruitend weidegras;
Maar eer de eerste melkkoe weer
Naar de warme stallen keer,
Eer het welig gras verdort,
Eer 't met sneeuw bestoven wordt -
Zie 'k, al spreekt gij nog zoo bout,
Dat gij met Klaas Gijsen trouwt.'
'De eiber' - sprak het meisje weer -
'Bouwt zijn stokkig nest veeleer,
Waar het nu de kievit doet
En de grasmusch zit en broedt;
Mocht ook zelfs de breede Zaan
Zonder schuit of water staan,
Kwame ook Haarlem's duinenrij
Herwaarts vliegen over 't IJ,
Brak zelfs - wat men nimmer hoort -
Ook een Zaanlandsch boer zijn woord:
Welk een wonder ook geschied',
Elsje trouwt Klaas Gijsen niet!' -
10