I DE NYENBURG ONDER DE VAN EGMOND'S VAN DE NYENBURG, 1602 - 1742
De oudste vermelding van een huis op het terrein van het huidige Nyenburg dateert van 1602. Op
12 januari van dat jaar verklaart Jacob Willemsz, inwoner van Heiloo, dat hij van Cornelis van
de Nyenburg en diens schoondochter Grietje Gerritsdr, weduwe van Jan Cornelisz. van de Nyen
burg, toestemming heeft verkregen om een huis te zetten, en dat hij al gedaan heeft, op het land
dat zij bezaten in de banne van Heiloo benoorden Ypelaan. Het was blijkbaar maar een tijdelijk
huis, want Jacob Willemsz nam op zich om het zonder schadevergoeding weer af te breken op de
eerste vordering door de grondeigenaren. Uit de ondertekening van het stuk weten we, dat Ja
cob Willemsz zich Van Ypelaan noemde. We mogen in hem wel de stamvader zien van de familie
van die naam die nog altijd in Heiloo voorkomt. Bij latere transacties door de eigenaren van de
Nyenburg treden regelmatig leden van de familie Ypelaan op.
Vier jaar later, in 1606 kocht Jacob Willemsz van Aechte Cornelisdr alias Aechte Otten, wonend
in de Nieuwpoort "vijf vrije akkers land gelegen in een croft genaamd de Hofstede, waar nog drie
akkers land in liggen genaamd de ene Papenakker en de andere twee Pauwelsakkers, anderen com-
peterende, belend ten Z en N Cornelis Jansz van de Nyenburg, ten W de Oosterweg en ten O Gerrit
en Adriaan Hoogeboom". Het land van Cornelis Jansz wordt als boomgaard vermeld in hetzelfde
jaar 1606 in een verklaring waarbij de belendende gebroeders Hoogeboom erkennen, dat Cornelis
Jansz en Grietje Gerritsdr terwille van de buurschap en het gerief aan hen toegestaan hebben om
een plank of brug te leggen en te houden over de sloot die zuid- en noordwaarts langs de boom
gaard loopt, om daarover het land, dat zij, de Hoogeboom's, hebben liggen ten N. van dat van
Cornelis Jansz te bereiken om de koeien te melken. Deze brug kwam, zo valt uit de verklaring af
te leiden, in de plaats van de notweg over de krocht van Aechte Cornelisdr Otten die gekocht was
door Willem Jacobusz Ypelaan en Jacob Willemsz, zijn zoon, gelegen benoorden het huis van deze
Jacob Willemsz. De gebroeders Hoogeboom beloofden die notweg, die de enige toegang tot hun
land was, niet meer te zullen gebruiken.
5