woond. Aan haar herinnert het "Delense bosje", een stuk van het park opzij van het huis waar
zij een zgn comédie had laten aanleggen. Deze aanleg gevormd door coulissen van beukenhaagjes
is helaas na 1946 overwoekerd en kan alleen nog door ingewijden herkend worden. Dankzij teke
ningen en een beschrijving weten wij hoe in die jaren het park van de Nyenburg op toen moderne
wijze in Engelse landschapstijl is aangelegd ter vervanging van de oorspronkelijke formele tuin
rondom het huis.
d JHR MR DIRK VAN FOREEST (1792 - 1833) EN JACOBA ELISABETH VAN DER PALM
(1791 - 1859)
Dirk van Foreest studeerde rechten in Leiden toen de Napoleontische tijd zijn climax naderde. De
militaire dienstplicht (conscriptie) kwam hem dus slecht uit, maar hij kon er zich eerst aan onttrek
ken doordat zijn vader voor hem een remplacant betaalde. Toen Napoleon zich in 1813 in het
nauw gedreven voelde en de zonen van aanzienlijke Bataafse families als een soort gijzelaars
opriep voor zijn garde d'honneur kon echter ook Dirk Van Foreest niet langer achterblijven. Hij
bracht het niet verder dan het garnizoen van Metz en keerde na korte tijd terug in het herstelde
vaderland om de studie af te ronden met een promotie. Een van zijn leermeesters was de bekende
prof. J. H. van der Palm en in diens vond Dirk zijn bruid. In 1816 werd te Leiden het huwelijk
gesloten met Jacoba Elisabeth van der Palm. Teruggekeerd naar Noord-Holland vestigde hij zich
als advocaat te Alkmaar en trad in het voetspoor van zijn vader door bestuurlijke en maatschappe
lijke functies te gaan vervullen. Deze carrière werd in 1829 bekroond door het lidmaatschap van
de Tweede Kamer.
Enkele weken voor zijn onverwachte overlijden kocht Dirk nog van een Utrechtse notaris de heer
lijkheid Groet. Deze transactie was noodzakelijk geworden om Schoorl, waarvan Dirk reeds heer
was, en Groet te kunnen combineren. De weduwe Van Foreest heeft sindsdien haar weinige forme
le taken als vrouwe van Groet uitgeoefend 17).
Zijn vroege dood in 1833 heeft verhinderd dat Dirk Van Foreest een echt invloedrijk persoon is
geworden. Bij zijn overlijden waren er 9 minderjarige kinderen nog in leven (een zoontje was jong
gestorven) en een nog op komst. Met het wegvallen van de vader was de financiële positie van het
gezin bepaald moeilijk geworden. De economische achteruitgang gedurende de Franse overheer
sing had het vanouds aanwezige aanzienlijke vermogen doen verdwijnen. Toch kon het belan
grijkste bezit, de Nyenburg met omliggende gronden, behouden worden. Het huis is nog kort voor
Dirk's dood naar de smaak van de tijd verbouwd door de aannemer J. van Lith te Veisen. Een
potloodtekening door C. W. Bruinvis laat zeer getrouw zien hoe het toen witgepleisterde herenhuis
er in de 19e eeuw uit zag. De jonge weduwe heeft er zich met de kinderen vanuit Alkmaar gevestigd
en in de komende jaren het huis gemaakt tot een centrum van opgewekt gezinsleven. In die jaren
heeft de Nyenburg zich een bekende naam verworven in de Nederlandse literatuurgeschiedenis.
Het is nl. een gastvrij oord geweest voor de "Kring van Heiloo" die bestond uit de jonge letterkun
digen die als gast van ds J. A. Hasebroek het dorp Heiloo bezochten. Hasebroek was Ned. Herv.
predikant van Heiloo van 1836 tot 1843 en bewoonde toen met zijn zuster, die ook als schrijfster
bekendheid heeft verkregen, de pastorie tegenover het witte kerkje. Dit huis, waar nu de oudheid
kamer van de Vereniging Oud Heiloo gevestigd is, was het eigenlijke centrum want de gasten kwa-
22