In het jaar 1922 nam men deel aan een concours te Alkmaar, men behaalde een eerste prijs.
Dit wapenfeit was voldoende om maar gelijk een vaandel aan te schaffen. De heer Bruul nam
de zorg hiervoor op zich en benoemde een dames-comité dat gelden inzamelde in de gemeen
te. Het vaandel komt er, en oud-onderofficier G. Heijne wordt gevraagd als vaandeldrager.
1923 bracht „Eensgezindheid" iets verder van huis, men ging naar het Nationaal Concours
te Santpoort, dat gehouden werd ter ere van het vijf en twintig jarig bestaan van het fanfare
corps „Wilhelmina". Er was klaarblijkelijk goed gerepeteerd het afgelopen jaar, want
„Eensgezindheid" kwam met een eerste prijs naar huis in de derde afdeling fanfare, onder
leiding van directeur D. Harder jr. Een jaar later ging men naar Wormerveer, waar de Har
monie „Ons Genoegen" het 20 jarig bestaan vierde met een groot Nationaal Concours. Deze
vereniging stond onder leiding van Albert Meijns, die reeds vanaf de oprichting de leiding
van het corps had en vier jaar later ook als directeur naar Heiloo zou komen. Ook in Wor
merveer stond Meijns te boek als de man met grote gaven op het gebied der muziek. „Hij
deed zich gedurende zijn 20 jarig directeurschap kennen als een humaan vriend en „Ons Ge
noegen" is zonder den Heer Alb. Meijns bijna niet denkbaar. Zijn verdiensten worden door
ieder erkend en wanneer in den loop der feesten zijn voorhoofd met onverwelkbare lauweren
versierd zal worden, dan heeft hij deze eerekroon in alle opzichten ten volle verdiend". Zo
sprak men in 1924 reeds over Albert Meijns die ook in latere jaren zijn schouders onder
„Eensgezindheid" zou zetten, het corps dat in ieder geval met een tweede prijs naar huis
ging.
Er werd in die dagen ook vaak meegewerkt aan diverse festiviteiten, bijvoorbeeld bij de voet
balvereniging V.V.H. Ook toen reeds werden de bejaardentochten met muziek ingehaald etc.
Er gebeurde echter meer in die dagen. De Arbeiders toneelvereniging „Falkland" bestond
het in die dagen om het stuk „Allerzielen" van Herman Heijermans op te voeren. Dit stuk
was overal in de omtrek verboden, de toenmalige burgemeester Jhr van Foreest echter vond
het niet nodig tot verbieden over te gaan. En toen begon het lieve leven in Heiloo, Heiloo
in rep en roer. De toenmalige pastoor Van Meeuwen gooide de knuppel in het hoenderhok
en er kwam een R.K. Voetbalvereniging, een R.K. toneelclub, R.K. scholen en er zou ook
een R.K. muziekvereniging moeten komen.
Een tiental (katholieke) leden van Eensgezindheid durfden het niet aan pastoor langer te
weerstreven en bedankten als lid om een eigen R.K. muziekvereniging op te richten: de
fanfare „Sint Caecilia" was geboren.
„Eensgezindheid" ging rustig verder. Men werkte mee aan een muzikale hulde toen in 1927
het nieuwe raadhuis werd geopend, op de plaats van Huize Overweg, samen met het kersverse
Caecilia. Boze tongen beweren dat de grote trom die avond solo-instrument was. In het raad
huis moesten de instrumenten de trap af worden gedragen, en. daar stond ook de feest-
drank. „Tja, zet een rechtgeaarde muzikant bij een keldertje drank en zie wat er van komt!"
In 1928 bedankte de heer D. Harder als dirigent en uit 21 sollicitaties werd benoemd de heer
Albert Meijns uit Wormerveer. Een naam die nog in deze dagen bij Eensgezindheid een magi
sche klank heeft. Hij bleef de vereniging trouw tot hij op hoge leeftijd in 1958 de dirigeerstok
aan de wilgen hing. In 1930 werd voor het eerst deelgenomen aan een concours van de West-
friese Bond, resultaat een eerste prijs. In 1933 had hij het corps in de eerste afdeling en kwam
Eensgezindheid met een eerste prijs naar huis van het Muziekconcours in Heerhugowaard,
20