70 duum apud Germanos diffici- lius tolerabatur, quis in- gentium beluarum feraces saltus, modica domi armenta sunt. Ac primo boves ipsos, mox agros, postremo corpora coniugum aut liberorum ser- vitio tradebant. Hinc ira et questus, et postquam non subveniebatur, remedium ex bello. Rapti qui tributo aderant milites et patibulo adfixi; Olennius infensos fuga praevenit receptus castello, cui nomen Flevum; et haud spernenda illic ci- vium sociorumque manus li- tora Oceani praesidebat. waar een niet te minachten bondgenoten de wacht hield levering. Zoiets zou ook door andere volkeren als druk kend gevoeld zijn. Dit was des te zwaarder voor de Germanen, omdat zij wel een overvloed van geweldige beesten in de bossen hadden, doch slechts matig groot hoornvee in de stallen. In het begin gaven zij hun run deren zelf; daarna hun akkers en tenslotte hun vrouwen of kinderen. Zo rezen er verbitte ring en klachten en toen er geen verlichting werd verkre gen, zocht men zijn heil in de oorlog. De voor de belastingin ning aanwezige soldaten werden gegrepen en opgehangen. Olenni us ontkwam aan de verbitterden door de vlucht en redde zich in een castellum, genaamd Flevum, tal manschappen van Romeinen en de kusten van de Oceaan. 73. Quod ubi L. Apronio inferioris Germaniae pro praetore cognitum, vexilla legionum e superiore pro- vincia peditumque et equi- tum auxiliarium delectos accivit ac simul utrumque exercitum Rheno devectum Frisiis intulit, soluto iam castelli obsidio et ad sua tutanda degressis rebelli- bus. Igi.tur proxima aestua- ria aggeribus et pontibus traducendo graviori agmini firmat. Atque interim re- pertis vadis alam Cannine- fatem et quod peditum Ger- Toen Lucius Apronius, de pro- praetor van Germania Inferior (- Neder Germanië) hiervan bericht kreeg, ontbood hij uit de "pro- vincia superior" Provincie Boven Germanië) de vendels der legioenen, naast uitgelezen voetvolk de ruiterij van hun hulptroepen en voerde tegelijk beide legertroepen de Rijn af naar het gebied der Friezen, terwijl de belegering van het castellum reeds was opgeheven en de opstandelingen waren wegge trokken om hun eigen bezittingen te beschermen. Daarom voorziet de legioenaanvoerder de naast-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 1984 | | pagina 24