althans nog omstreeks het begin van onze jaartelling. Later
verzandde de monding (zie figuur 2).
De betekenis van het Castellum Flevum was niet gering.
Tacitus schreef hierover en vermeldde dat het een aanzienlij
ke bezetting van Romeinen en bondgenoten had. Het "bewaakte
de kusten van de oceaan". (Ann. IV-72. Lit. 6). Men 'mag het
gevoeglijk een dwangburcht noemen voor Friezen en Chauken.
We krijgen niet de indruk, dat de Friezen in het begin erg
gebukt gingen onder de heerschappij van onze eerste be
zetters. Pas onderworpen Friezen dienden al direct als voet
volk bij Drusus en boden de Romeinen hulp toen dezen in een
penibele situatie verkeerden. Drusus trok namelijk met zijn vloot
over de Waddenzee om de Chauken te onderwerpen. Op deze
verraderlijke zee raakten zijn schepen bij eb vast. Het Frie
se voetvolk, dat de tocht over land had begeleid, kwam te hulp
en trok de schepen los (Lit. 2, blz. 112). Mogelijk maakte de
onderlinge verdeeldheid tussen de Germaanse stammen het voor de
Friezen wenselijk de Romeinen tegen de Chauken te helpen.
Trouwens, de Romeinse bezetting betekende ook een economisch
voordeel. Een troepenmacht had veel nodig. De Friezen vonden
een goede afzet voor vlees, zuivel, wol, vis en zout. Barnsteen
kwam toen nog veelvuldig voor aan onze kust. Bij de Romeinen
zal dit zeker gretig aftrek hebben ge
vonden. Omgekeerd zullen sieraden, aardewerk, ijzeren voor
werpen gewenst zijn geweest bij de Friezen, hoewel we pas na
de eerste eeuw merken van een belangrijke afzet van Romeinse
producten in de Friese landen.
Maar de goede oude tijd van weleer ging voorbij. Corrup
tie en hebzucht namen de overhand bij de bezetters. Bij de
huidenbelasting was niet gesproken over de grootte van de
huiden. Uit de aard der zaak werd gedacht aan huiden van het
toenmalige huisvee. De primipilaris of landvoogd Olennius haalde
het echter in zijn hoofd om de huid van een oeros als
standaardmaat te nemen. Oerossen nu waren ontzagwekkende die
ren, zowel wat grootte als wat kracht betrof. Het Friese huisvee
van toen was niet te vergelijken met zijn voorvader de oeros en
ook niet met zijn nazaat, het moderne stamboek
rund. En moderne koe heeft al gauw een gewicht van 550 kg;
een schofthoogte van 1.35 m, een lengte van 2.30 m. Stie
ren kunnen een gewicht hebben van 900 kg met een schoft
hoogte van 1.50 m. De oude Friese koe had slechts een ge-