HEILOO OF HET BADUHENNAWOUD Drs.G.G.M.Tjaden 57 Tot 12 v. Chr. leefden de Friezen "vrij en blij". Niet alleen in het huidige Friesland, maar ook daarbuiten langs de Noordzee van Eems tot voorbij Haarlem. Vondsten van potscher ven en resten van boerderijen, gedateerd van omstreeks de jaartelling bevestigen dit. In Noord Holland zouden het de door de Romeinen aangeduide "Frisii minores" Klein-Frie- zen) geweest zijn, die op de langgerekte (oude) duinwallen van Kennemerland woonden. Zelfs waagden ze het zich op het veengebied te vestigen, maar de voorkeur hadden ongetwijfeld de wat drogere zandige zogenaamde geestgronden, onder andere die waarop Heiloo ligt. Keizer Augustus (27 v. Chr. - 14 na Chr.) vond de Rijn grens van zijn Imperium niet veilig genoeg. Steeds deden Ger manen invallen vanuit het "overrijnse" en hielden meer dan eens een succesvolle "raid". Vandaar het voornemen van Augus tus om de Elbe tot grensrivier te maken. Hij stuurde daarvoor in 12 v. Chr. zijn stiefzoon (Nero Claudius) Drusus (38 - 9 v. Chr.) naar het noorden. Behalve door een frontale aanval dacht men Germanië te veroveren door aanvallen in de rug. Dit laatste lukte het best met behulp van een vloot. Germanië (en daarbij ons land in het byzonder) was een land vol bossen en moerassen. Voor de Romeinse oorlogsvoering was zoiets een zware handicap, e- venals de korte zomers en vroeg invallende winters me't over vloedige regens. In een geregelde veldslag op een geschikt terrein waren de ongedisciplineerde Germanen geen partij voor de Romeinen. Daarentegen was juist een guerillatactiek van de betrekkelijk individualistisch opererende barbaren zeer ge vaarlijk voor de Romeinen. In moeras en bos waren de in lange rijen voorttrekkende Romeinen, vaak met zware wapenlast en bagage, in het nadeel, zowel in de verdediging als in de aan val. Door met een vloot in zee te steken konden soldaten, paarden en voedsel samen vervoerd worden zonder gevaar voor aanhoudende aanvallen uit hinderlagen. Bovendien kwam een komst vanuit zee voor de vijand min of meer onverwacht. Langs

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 1984 | | pagina 11