die later
i de Hol-
>r de eeu-
n Foreest
anstaand
smeester.
ind. Zijn
igeslacht,
de tot de
40-jarige
>ver zoon
c was ge-
n long-of
sterfbed,
gewapen-
randerin-
rvonden.
elen'. Zo
de nieu-
naris van
llem van
t werd in
'r zijn fa
tegenten,
;t geslagt
zich we-
e vechter
politieke
namelijk
n die een
;en voor-
ht en een
ieter van
medicij-
rvan was
>ctor me-
n Foreest
(geboren omstreeks 1480) die na zijn opleiding aan de universiteit van Leuven en in Italië,
via Constantinopel naar Polen was gereisd, waar hij te Wilna lijfarts werd van de aartsbis
schop. Over deze 'Poolse dokter' schrijft Pieter: 'hem heb ik, nog een knaap zijnde, eenmaal
gezien, de keer dat hij uit Polen naar mijn ouders was teruggekeerd, om daarna weer daar
heen te vertrekken; en daar hij mij tot de studie der geneeskunde opwekte, heb ik mij later
volkomen aan die uitnemende wetenschap gewijd'. Twee jongere broers van Pieter legden
zich eveneens toe op de geneeskunst: Jacob, die in 1565 in Ferrara (Italië) de doctorstitel be
haalde en in Alkmaar praktijk heeft uitgeoefend en Jan, die wel een theoretische opleiding
in de geneeskunde voltooide maar nooit praktisch werkzaam was. Een neef van Pieter, Jor-
den, een zoon van zijn jongere broer Nanning, heeft enige jaren te Zierikzee gepraktiseerd.
Hij was daar in 1604 benoemd als 'Medicynmr. in't Gasthuys.'
Pieter van Foreest ontving zijn eerste opleiding aan de Latijnse School in zijn geboortestad
en schijnt te Haarlem enige tijd wiskundelessen te hebben gekregen van Matthias Hero. De
rector van de Alkmaarse school, Petrus Nannius (1500-1557) zou hij later weer ontmoeten,
want deze werd hoogleraar in Grieks en Latijn aan het Collegium Trilingue van de Leuvense
universiteit. Eén van zijn leraren aan de Latijnse School was Laurentius Sasius, door Banga
'een geleerd en gemoedelijk prediker uit Alkmaar' genoemd.
Pieter's vader Jorden wenste dat hij zich in de rechtsgeleerdheid zou bekwamen, maar werd
tot andere gedachten gebracht door zijn neef, de 'Poolse dokter' en door Petrus Nannius,
Pieter's leermeester, waardoor Pieter's vurige wens om geneesheer te worden in vervulling
kon gaan.
3. ZIJN ACADEMISCHE LOOPBAAN: 1536-1543.
Na zijn Alkmaarse schooltijd ging Pieter van Foreest omstreeks 1536 naar Leuven. Leuven
was toen de enige hogeschool in de Nederlanden en deze trok vanzelfsprekend ook veel stu
denten uit het Noorden aan. Vanaf de oprichting, in 1425, had deze universiteit een medische
faculteit. De opleiding in de geneeskunde vergde een studietijd van 3 jaar, voorafgegaan door
de voorbereidende Artes-opleiding. In de tijd dat Pieter hier studeerde was het medisch on
derwijs bijna uitsluitend theoretisch en het bestond voor het grootste deel uit het voorlezen
en verklaren van de werken van Hippocrates, Dioscorides, Galenus en Celsus. Het Collegium
Trilingue, het Drietalencollege, leverde hiertoe een belangrijke bijdrage want men bestudeer
de de oorspronkelijke Griekse geschriften en niet de Arabische bewerkingen waarin vele fou
tieve passages en eigenmachtige toevoegingen voorkwamen. Pieter's Alkmaarse leermeester,
Petrus Nannius, was als hoogleraar aan dit college verbonden. Er waren weinig praktische
lessen en er werd maar sporadisch een sectie verricht. De studenten konden slechts nu en dan
patiënten aan het ziekbed bezoeken en af en toe was er een botanische excursie. Jeremias
Thriverius, wiens lessen door Pieter van Foreest ijverig werden gevolgd was de Hippocrati
sche leer toegedaan.
In 1539 keerde Pieter voor een half jaar terug naar Alkmaar en tijdens dit verblijf in zijn
geboortestad bestudeerde hij de werken van Arnaldus de Villanova. Deze schrijver, een be
langrijke 14e eeuwse alchemist, was lijfarts geweest van pausen en vorsten en had gedoceerd
aan de beroemde scholen van Salerno en Montpellier. De Villanova legde in zijn geschriften
vooral nadruk op eigen waarneming als bron van kennis, hetgeen in deze periode van scho-
7