2. EEN BEROEMD MAN UIT HET OUDE GESLACHT VAN FOREEST:
PETRUS FORESTUS.
Pieter van Foreest stamde uit een middeleeuws, aanzienlijk geslacht van vrije edelen, die later
werden opgenomen in de kleine ridderadel. De naam wordt voor het eerst in 1250 in de Hol
landse oorkonden vermeld. Vele generaties van dit oudadelijk geslacht zouden door de eeu
wen heen in de meest uiteenlopende functies ons land en volk dienen.
Uit de Alkmaarse tak van deze familie werd in het najaar 1521 te Alkmaar, Pieter van Foreest
geboren als oudste zoon van Jorden van Foreest (1494-1559). Jorden, een vooraanstaand
edelman, bekleedde de belangrijke stedelijke ambten thesaurier, schepen en burgemeester.
Ook was hij kerkmeester te Alkmaar, Baljuw van Bergen en Leenman van Holland. Zijn
vrouw, Margriet Nanning Beyersdr (7-1546), afkomstig uit een Alkmaars regentengeslacht,
schonk hem 16 kinderen, waarvan Pieter het derde was. Jorden van Foreest behoorde tot de
vermogende ingezetenen van Alkmaar. Zijn geschilderd portret laat hem zien als 40-jarige
magistraat, de hand rustend op een boek. Een man, krachtig van postuur, waarover zoon
Pieter in zijn 'Observationes' schrijft dat hij in zijn leven nauwelijks één dag ziek was ge
weest. Jorden stierf in 1559, volgens de beschrijving van zijn zoon, waarschijnlijk aan long-of
maagkanker. De 65-jarige patriarch ontbood zijn kinderen één voor één aan zijn sterfbed,
waar hij hen naar oud-godsdienstig gebruik zegende en Gode beval.
De rechtzinnige, gelovig katholieke Jorden leefde in een periode van hervorming en gewapen
de opstand. Zijn talrijke nakomelingen hebben de maatschappelijke en religieuze veranderin
gen die leidden tot een kerkelijke en staatkundige omwenteling aan den lijve ondervonden.
De levensloop van sommigen van hen zou sterk worden beïnvloed door deze 'troebelen'. Zo
werden Pieter's zuster Geertruid en zijn broers Dirk, Jan en Nanning aanhangers van de nieu
we denkbeelden. Nanning van Foreest, tijdens het beleg in 1573, Raad en Pensionaris van
de stad Alkmaar, was één der leiders van het verzet en vertrouwensman van Willem van
Oranje. Hij schreef in 1574 een verslag van de belegering van de stad. Dit geschrift werd in
1739 uit het Latijn vertaald en in het voorwoord hiervan leest men het volgende over zijn fa
milie: 'dat men niet ligt een geslagt zal vinden waar uit zoo veel voortreffelyke Regenten,
Hoogaanzienlyke Amptenaaren en geleerde mannen zyn voorgekoomen, als uit het geslagt
der Foreesten'.
Pieter, de geleerde Petrus Forestus, een plichtsgetrouw, wijs en humaan man, stelde zich we
liswaar loyaal op ten opzichte van de jonge staat en haar leider, maar is nooit een felle vechter
voor geestelijke en politieke overtuiging geweest. Omtrent zijn godsdienstige en politieke
voorkeur is zeer weinig bekend. Het is waarschijnlijk, dat zijn belangstelling voornamelijk
gericht was op zijn geneeskundige praktijk.
Sinds het begin van de 16e eeuw waren er in de familie Van Foreest verschillenden die een
reputatie van geleerdheid genoten en een wetenschappelijke titel voerden. Men had een voor
liefde voor de geneeskunde. Het beroep van medicus was in die dagen hoog geacht en een
edelman waardig, tenminste wanneer deze een academische graad wist te behalen. Pieter van
Foreest schreef in 1590 in een brief aan zijn beide neven, Jorden en Adam, die beiden medicij
nen studeerden, over familieleden die de geneeskunde hadden uitgeoefend. Eén daarvan was
zijn naamgenoot Pieter van Foreest (overleden omstreeks 1530) die vele jaren als doctor me-
dicinae te Dordrecht had gepraktiseerd. Ook schreef hij over zijn achterneef Dirk van Foreest
6