1. INLEIDING.
Op 10 maart 1597 overleed te Alkmaar een man, wiens leven in dienst had gestaan van de
zieke en lijdende mens. Hij werd begraven in de Alkmaarse Groote-of St. Laurenskerk en
in het 'doodtboeck' van de kerk uit het jaar 1597 leest men deze aantekening van doodschuld:
'Doctor Mr Pieter van Foreest den 13 martij 10-0-0'.
In de zerk die het graf afsloot beitelde men de volgende woorden:
Annus obitus P. Foresti Alcmar: Med. celeberr: hoe versu numeratur.
Evictus fato cubat hac mole Forestus.
Hippocratus Batavus si fuit ille fuit.
De benaming 'Hollandse Hippocrates', aan Pieter van Foreest reeds tijdens zijn leven
gegeven, duidt aan welk een bijzondere plaats hij onder de geneesheren van zijn tijd
innam. Het was vooral de wijze waarop hij de geneeskunde uitoefende, zo uitgebreid
beschreven in zijn geneeskundige waarnemingen en behandelingen: 'Observationum et Cura-
tionum Medicinalium ac Chirurgicarum', algemeen genoemd zijn 'Opera Omnia', die hem
groot aanzien heeft bezorgd waardoor hij in één adem werd genoemd met de
allergrootsten op zijn gebied: Hippocrates, Galenus en Boerhaave.
Van Foreest heeft zijn geneeskundige praktijk voor een groot deel te Delft uitgeoefend. Bijna
40 jaar, van 1558 tot 1595 was hij daar als stadsgeneesheer werkzaam. Dr. Oosterbaan noemt
in zijn boek over de geschiedenis van het Delftse Oude en Nieuwe Gasthuis, Pieter van Fo
reest: 'Wellicht de grootste medicus die Delft heeft gehad. Hij leeft niet in het historisch be-
ius. wustzijn van de Nederlander, omdat hem ontzegd bleef wat die andere Delvenaar, Jacob
Jansz Graswinckel ten deel viel, de historisch-romantische verbeelding van zijn leven door
een belangrijk romancière. Toch zou deze merkwaardige man dit verdienen, al zou het alleen
maar zijn, wegens de opofferingsgezindheid en menselijke waardigheid die hij in zijn vrucht
baar leven heeft getoond'.
Het is de vraag of wij Pieter van Foreest recht zouden doen wanneer wij hem als held in een
historische roman zouden plaatsen, zoals Jacob Jansz Graswinckel wiens leven in 'De Delft-
sche Wonderdokter' door A. L. G. Bosboom-Toussaint wordt beschreven.
Geleid door zijn scherp verstand, sterk herinneringsvermogen, grote werklust en ijver, werd
Pieter van Foreest de nauwgezette waarnemer en kundige, zorgvuldige geneesheer die niet al
léén in zijn tijd beschouwd werd als één van de belangrijkste medici. Door zijn opvattingen
over ziekten en zijn persoonlijke behandelingswijzen was hij in bepaalde opzichten zijn tijd
ver vooruit. De door hem samengestelde geneesmiddelen droegen zijn naam en werden eeu
wen lang gebruikt. Zijn uitgebreide praktijkaantekeningen dienden generaties geneesheren als
richtlijn en leerstof.
Van Foreest zelf had geen sterk gestel. Door zijn grote wilskracht is hij echter in staat geweest
tot op hoge leeftijd zijn zware taak te vervullen.
5