Kley, J. J. van der, (1924), Een Hollandse dokter en zijn praktijk in de tweede helft der
zestiende eeuw, Ned. T. Geneesk., 68, p.1259.
Kroon, J. E. (1911), Bijdragen tot de geschiedenis van het geneeskundig onderwijs aan de
Leidse Universiteit 1575-1625, .p.89 (Leiden).
Lindeboom, G. A. (1960), Pieter van Foreest (1522-1597), (Amsterdam).
Ludeking, G.H.E. (1848), Petro Foresto Alcmariensi (Brielae).
Meunier, L. (1902), Un grand praticien au XVIe siècle. Le hollandais Pierre van Foreest.
Janus VII, in 6 afleveringen.
Molhuysen, P.C. (1913), Bronnen tot de geschiedenis der Leidsche Universiteit, deel 1, p. 10*
en 18* (Den Haag).
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel 1, p. 884 (heruitgave A'dam, 1974).
Oosterbaan, D. P. (1954), Zeven eeuwen geschiedenis van het Oude en Nieuwe gasthuis te
Delft, p.62 en 78 (Delft).
Orlers, J. J. (17813) Beschrijvinge der stad Leyden, deel 1, p.200 (Leiden).
Sandra, H. (1942), De phthisiologie van Pieter van Foreest, Ned. T. Geneesk. 86, p.838.
Schuwirth, P (1923), The Dentistry of Pieter van Foreest. Medical Life, Vol 30, p.349, 428
en 448.
Soutendam, J. (1889), Uittreksel uit de Opera Omnia van Petrus Forestus,....etc. Nijhoffs
Bijdr. v. Vaderl. Gesch. en Oudheidk. 3e reeks, Deel V, p.251.
Suringar, G.C.B. (1860), De twee eerste hoogleeraren in de geneeskunde te Leiden. Ned. T.
Geneesk., 4, p.641.
15. NASCHRIFT.
Meermalen was het leven en het werk van Pieter van Foreest het onderwerp van een publica
tie, eenmaal zelfs van een dissertatie (Ludeking in 1848).
De tentoonstelling te Heiloo in het kader van het 'Willem de Zwijgerjaar 1984' was de aanlei
ding tot deze levensbeschrijving.
Dankbaar is gebruik gemaakt van dat, wat reeds bekend en geschreven was.
Het bleek echter toch nuttig, opnieuw de bronnen te raadplegen, teneinde reeds bestaande
literatuur van onjuistheden te kunnen zuiveren. Deze bronnenstudie leverde bovendien ver
schillende tot nu toe onbekende gegevens, die een welkome aanvulling vormen op dat, wat
we reeds wisten.
Ik hoop aldus een steentje te hebben bijgedragen aan de medische geschiedschrijving.
Henriëtte A. Bosman-Jelgersma.
48