1584 tot ac Chi- 661, een d van de rdeel der In het Gemeentearchief van Delft: Thesauriersrekeningen 1570-1585. Resoluties Veertigraden (1583). Memoriaalboeken Burgemeesters 1537-1578. Ned. Herv. Gem. Handelingen kerkeraad 1581-1595. Begrafenisregister Oude Kerk (1595). Notarieel archief nr 1509, fol 73 en 152. In de tekst komen gedeelten voor uit het handschrift tegen de kwakzalverij: 'Vander Empiri- kenetc. n ceven jpocrate bonden, Geraadpleegde literatuur: Aa, A. J. van der (1859), (Haarlem) Biografisch Woordenboek der Nederlanden, deel VI, p. 168. Andel, M. A. van (1933), Willem van Oranje als patiënt, Ned. T. Geneesk, 77, p.2041. Banga, J. (1868), De geschiedenis van de geneeskunde en van hare beoefenaren in Nederland. p.87, herdruk van 1975 (Schiedam). Baumand, J. (z.j.) Uit drie eeuwen Nederlandse geneeskunde, p. 27 (Amsterdam). Belonje, J. (1924), Petrus Forestus' grafzerk. De Navorscher, 73, p.213. Bosman-Jelgersma, H. A. (1979), Vijf Eeuwen Delftse Apothekers, p.39 (Amsterdam). Bosman-Jelgersma, H. A. en Houtzager, H. L. (1984), De balseming van Prins Willem van Oranje, Ph. Weekbl. 119, p.619. Burri, R. (1982). Die Delfter Pest von 1557 nach den Beobachtungen von Petrus Forestus. (Zürich). Foreest, H. A. van (1950), Het Oude Geslacht Van Foreest, 1350-1570. (Assen). Foreest, Nanning van (1739), Kort verhaal van de Belegering van Alkmaar in het jaar 1573, p.3 (Haarlem). Forestus, Petrus. De Scorbuto....(Lib. XlX,Obs.XI). Nederl. vertaling van deze brief aan Adam en Jorden van Foreest in: Opusc. Sel. Neerl. De Arte Medici, XIII, p. 19 (1935) als: Over de herkenning en de genezing van de scheurbuiketc. Fruin, R. (1901), Over eenige ziekten van Prins Willem 1, Verspreide Geschriften, deel III, p.40 (Den Haag). Geist-Hofman, A. M. (1965), Doktor Pieter van Foreest, Ned. T. Geneesk. 109, p.1251. Gelder, H. E. van (1905), Geschiedenis der Latijnse School te Alkmaar, p.71 en 113 (Alkmaar). Halbertsma, K.T.A. (1940), Petrus Forestus (1522-1597), Ned. T. Geneesk. 84, p.1713. Heurnius, J. (1596), De Humana felicitate ad D. Petrum Forestum Libellus. (Leiden). Hof, J1973), De abdij van Egmond van de aanvang tot 1573. Hollandse Studiën 5, p.204, (Den Haag, Haarlem), Kaptein, R, (1942), Het geslacht Van Teylingen, De Nederl. Leeuw, 60, kol. 58 en 167. Ketting, G.N.A. (1922), Bijdrage tot de geschiedenis van de lepra in Nederland, p.90 (Den Haag). 47

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 1984 | | pagina 49