Na het overlijden van zijn echtgenote wilde Van Foreest terug naar Alkmaar. Eva maakte
op 28 en 30 juni 1595 haar testament 'siekelick van lichaeme te bedde leggende'. Zij werd
4 juli 1595 in de Oude Kerk te Delft begraven. Pieter Van Foreest, ook al op leeftijd, berichtte
het stadsbestuur dat hij Delft ging verlaten. Tot zijn grote teleurstelling deed men geen moeite
hem tot andere gedachten te brengen en men liet hem vertrekken. Hij ontving slechts een koel
bedankje voor de bewezen diensten. In een brief aan zijn vriend Johannes Heurnius, hoogle
raar in de geneeskunde te Leiden, beklaagt Van Foreest zich over deze behandeling.
Maar Alkmaar erkende zijn verdiensten, en men benoemde hem daar tot 'stadts-medicum'
tegen een honorarium van 200 gulden per jaar.
25