elal ook
te con-
rachtige
t gezel-
ïng Flo-
ptember
torspoe-
inspan-
deelne-
van één
grootst
rf op 25
het uur
r schrij-
de moe-
bben'.
kenhuis
;n land-
een
ocht te-
i maart
gegeven
ace, Vi-
Sylvius
r medi-
m volle
ideeën
is grote
hriften-
compo-
samen-
le krui-
ensato-
e beurt
ges van
den uit
selfden
t die ik
van die
ken ick
Sylvius was Pieter zeer welgezind en raadde hem aan zich in Pithiviers te vestigen, een klein
stadje in de buurt van Orleans. Hij gaf hem aanbevelingsbrieven mee en Van Foreest die er
zeer vriendelijk werd ontvangen, vestigde zich aldaar als geneesheer. Ofschoon het hem in
deze praktijk voor de wind ging, bleef hij er niet lang. Reeds in mei 1546 was hij terug in
Alkmaar, waarschijnlijk op verzoek van zijn vader, die hem graag, na een bijna 10-jarige af
wezigheid, in de familiekring zag terugkeren. Pieter, 24 jaar oud, had in die jaren een schat
aan medische ervaring opgedaan en daar zijn familie behoorde tot de aanzienlijken van Alk
maar had hij alle mogelijkheden om als geneesheer in deze stad een succesvolle praktijk op
te bouwen.
5. PRAKTIJKJAREN TE ALKMAAR: 1546-1558.
Pieter van Foreest bleef 12 jaar in Alkmaar, gedurende welke tijd hij zeer succesvol de genees
kundige praktijk uitoefende. Het verschafte hem in korte tijd een uitstekende reputatie, niet
alleen in zijn geboortestad en directe omgeving maar ook ver daarbuiten. De veelzijdige oplei
ding die hij buiten de Nederlanden had gevolgd, wierp zijn vruchten af. Hij had aan beroem
de universiteiten gestudeerd, colleges van de grootste geleerden gevolgd, patiënten in zieken
huizen onderzocht en vele secties bijgewoond. Nieuwe stromingen in de geneeskunde had hij
van nabij geobserveerd en er zijn conclusies uit getrokken. Vandaar ook dat hij nog al eens
van mening verschilde met Gerardus, zijn oudere collega in Alkmaar, die de zieken volgens
hem op een té dogmatische wijze behandelde. Reeds tijdens zijn verblijf te Alkmaar, in 1556,
begon hij met het optekenen van zijn praktijkervaringen en hij zou dit gedurende zijn hele
werkzame leven blijven doen. Voortdurend vulde hij deze aantekeningen met nieuwe gege
vens aan. Onbevooroordeelde waarneming was voor hem uiterst belangrijk en hij beschouw
de dit als de basis van de geneeskunde. Zo ontstond zijn 'Opera Omnia' de zo
belangrijke bron van genees- en heelkundige waarnemingen uit de 16e eeuw.
Van Foreest was één van de eersten die onderzoek verrichtte naar de oorzaken van verschil
lende, algemeen voorkomende en niet zelden hoogst gevaarlijke volksziekten, die ons land
bij tijd en wijle teisterden. Hij dacht deze te moeten toeschrijven aan het klimaat, de wisseling
der seizoenen en de levenswijze van de bevolking. Hij beschrijft een epidemie van pokken
en mazelen die in 1551 te Alkmaar heerste. Het voorjaar was koud en guur geweest. Om
streeks Pinksteren sloeg het weer om, er kwamen veel vlinders en dit was volgens Van Foreest
een voorteken dat er ziekte zou komen. Kort daarop brak er een pokkenepidemie uit.
Als kind van zijn tijd ontkwam hij niet aan bijgeloof en magie. Zo had hij een voorliefde
voor de astrologie en hij beschrijft de baan van een komeet, die zich in 1556 aan de hemel
vertoonde. Hij achtte dit een voorteken en voorspelde ziekte en hongersnood. Dit gebeurde,
want in october 1557 brak te Alkmaar, te oordelen naar de verschijnselen hoesten, pijn en
koorts, waarschijnlijk een griepepidemie uit. De ziekte was in ieder geval onschuldiger dan
de tezelfdertijd in Delft heersende pest. Zijn voorspelling werd met keizerlijk octrooi te Ant
werpen gedrukt onder de titel 'Prognosticatie en Almanak, inhoudende den cours en loop van
dezen toecomende jaere'. Hoewel in die tijd het maken van astrologische almanakken door
medici geen ongewoon verschijnsel was, vertrouwde Pieter van Foreest niet blindelings op de
astrologie. De werkelijke oorzaken van de hevige pestepidemie die te Delft in mei 1557 uit
brak, schreef hij toe aan hongersnood en het gebruik van bedorven koren.
11