Pieter zette zijn studie voort, zoals in die tijd gebruikelijk was, met een studiereis langs ver
schillende Europese universiteiten, een 'peregrinatio academica', om zo de praktijk van de
geneeskunde te leren kennen. Hij schrijft later hierover: 'Naedien wij van Leuven als wij in
den theoria waren geoeffent, vertrocken met malcanderen in Italien ende wonende te
Bononyen Bologna), daer seer heerlicke ende geleerde medicyns waren die den crancken
vlytich ende naerstich genasen, als wij daer die practycke leerden ende als wij 'tsamen daer
nae trocken tot die universiteyt van Padua om Vesalius te besoecken, die in die tyden den
dooden lichamen opsneede ende anatomiseerde, die ons oick lieflicke ontfinge, als syn mede-
lantsluyden die uyt Nederlandt daer by hem gecomen waren. Wij trocken te Venetyen ende
mede te Rome en in andere plaetsen in Italien'.
Pieter van Foreest bleef ongeveer 3 jaar in Bologna. Vandaar uit bezocht hij in gezelschap
van studievrienden Ferrara, Venetië en Padua. De ontmoetingen in Padua (1540) met An-
dreas Vesalius, die daar was gepromoveerd en tot hoogleraar in de anatomie benoemd, zijn
voor hem van groot belang geweest. Van Foreest volgde zijn colleges in de anatomie, juist
in de tijd dat Vesalius werkte aan zijn beroemd geworden boek 'De humani corporis fabrica',
een groot werk over de bouw van het menselijk lichaam. Dit was het begin van een nieuw
tijdperk in de kennis der anatomie, want door het praktisch onderzoek van Vesalius werd dit
een empirische wetenschap. Zijn boek 'Fabricazou op niet minder dan 200 plaatsen de alge
meen geldende theorieën van Galenus weerspreken. Vesalius heeft zeker door zijn colleges
zijn revolutionaire ideeën overgebracht op zijn leerlingen. Voor Pieter van Foreest zal de ken
nismaking hiermee ongetwijfeld een stimulans geweest zijn tot zelfstandig waarnemen en oor
delen. Een andere hoogleraar, Montanus,gaf aan de universiteit van Padua klinisch onder
richt en bij hem heeft Pieter praktische lessen aan het ziekbed gevolgd.
29 november 1543 promoveerde Pieter van Foreest te Bologna, 21 jaar oud, tot doctor medi-
cinae. De bekroning van zijn medische studie.
4. VERBLIJF TE ROME EN DOORREIS NAAR FRANKRIJK: 1543-1546.
Niet lang na zijn promotie trok Pieter van Foreest te voet naar Rome. In zijn reisgezelschap
bevond zich Valerius Cordus (1515-1544). Cordus was een jonge medicus, die reeds een grote
faam genoot en bovendien was hij een enthousiast botanicus die op zijn reizen door Duits
land, Zwitserland en Italië alle mogelijke plantaardige, dierlijke en minerale grondstoffen
verzamelde en onderzocht. Van Foreest schrijft over deze reis: 'Toen wij die geberchten, da
len ende andere genoechlicken plaetsen besochten, ende veel simpelen enkelvoudige ge
neeskrachtige grondstoffen) met malcandere versamelende, behalve die menichvuldige
geslachten der visschen, der voegelen, der dieren ende der metallen ende cruyderen, daer de
hoochgeleerde Valerius Cordus, onse metgeselle, seer in vervaren was'.
Cordus interesseerde zich in hoge mate voor geneesmiddelen en hun toepassingen. Hij ver
wachtte dat de medicus daar een gedegen kennis van had, ook van de bereiding en bewaring
ervan. Zijn bekend geworden 'Dispensatorium' verscheen voor het eerst te Neurenberg in
1546 en werd het eerste officiële voorschriftenboek in Duitsland. Nadien werd dit werk her
haalde malen herdrukt, verbeterd en vertaald. Ook in het Nederlands, waar het een verplicht
voorschriftenboek werd voor steden als Antwerpen en Middelburg. De 16e eeuwse apothe
kers in de Nederlanden hebben dit boek in hun praktijk veelvuldig gebruikt.
De botanie was destijds hèt belangrijkste vak om kennis te vergaren over geneesmiddelen, die