ïtjf
iearchief
De Dieu
r behan-
het ver-
:rzoek is
ersonele
dezelfde
:ns Heer
van Ter
geweest.
Ilem van
ioor een
zijn ge
registreerd in de leenregisters van Egmond en na de confiscatie van de Egmondse goederen
in de Hollandse leenregisters. 1) De ambachtsheerlijkheid van Heiloo (in 1509 definitief gecom
bineerd met die van Oesdom, dat nog lang als buurtschap herkenbaar bleef) was in 1408 al aan
Willem van de Coulster verkocht door Willem VI van Beieren als graaf van Holland. De be
leningen met Heiloo vinden we eveneens opgetekend in de leenregisters van Holland. De
ambachtsheerlijkheid en het huis zijn dus twee volstrekt gescheiden zaken. Het eerste hield
de lagere bestuursmacht in. Daartoe behoorde de benoeming van de schout, de secretaris, de
gerechtsbode en ook van een veeschutter. Eigendom van onroerend goed was er niet aan ver
bonden.
Het huis Ter Coulster daarentegen was een normaal eigendom dat slechts als leengoed bij iedere
eigendomsovergang door koop, schenking of erfopvolging, aan de nieuwe eigenaar verleid
moest worden tegen betaling van een dozijn Dordrechtse koeken, zoals in 1450 vastgesteld.
Over de afleiding van de naam Coulster of Couster zoals deze ook wel gespeld werd, is veel
gefilosofeerd. Het Woordenboek der Nederlandse taal geeft met verwijzing naar het oudfrans
de betekenis bouwland/akker waarmee alles wel gezegd lijkt.
1 DE OUDSTE GESCHIEDENIS TOT AAN DE VERKRIJGING VAN TER COULSTER DOOR
THEOPHILUS VAN CATS IN 1622
Het in zijn tijd veel gelezen en ook later nog wel als "bron" gehanteerde boek over de merk
waardige kastelen in Nederland van Van Lennep en Hofdijk begint de beschrijving van Ter Coul
ster bij Dodo en Henricus, die als heren van Heiloo op het latere Ter Coulster geresideerd zouden
hebben. Deze personen zijn inderdaad bekend uit oorkonden van de vroege 13e eeuw, maar over
het bestaan van een huis in die tijd dat de voorloper zou kunnen zijn van Ter Coulster is niets
bekend. Een grondig archeologisch onderzoek heeft nooit plaats gevonden en over de vorm van
de plattegrond van het kasteel, rond of rechthoekig, en dus over de ouderdom, kan dan ook geen
definitieve uitspraak gedaan worden. We laten daarom de geschiedenis van Ter Coulster begin
nen in de tijd waarover de bronnen ons met zekerheid inlichten. Dat is rond de overgang van de
14e op de 15e eeuw.
Ook het geslacht van de Coulster treedt al op voor er sprake is van een relatie met het huis van die
naam of met Heiloo. Als stamvader kan beschouwd worden Gerbrand Willemsz, die met zijn
zoon Willem Gerbrandsz in 1355 betrokken was bij een aanslag op de baljuw van Kennemerland
Reinoud van Brederode. Er zijn zelfs aanwijzingen, dat hij uit het Hollandse gravenhuis stamde.
Dat de Van de Coulsters de (Hollandse) leeuw als wapen voerden kan daar ook op wijzen. Willem
Gerbrandsz Van de Coulster was een belangrijk man. Hij was domproost van Utrecht en be
kleedde aanzienlijke functies aan het hof van hertog Albrecht van Beieren als graaf van Holland.
Ook familieleden van hem hadden hoge ambten en zijn zoon Gerbrand Willemsz volgde hem op
als thesaurier van Albrecht. Deze zoon had blijkbaar veel vijanden want na de dood van de hertog
werd hij direct ontslagen. Tenslotte stierf hij in de gevangenis van Medemblik.
Een andere zoon van Willem was IJsbrant van de Coulster, die twee zoons Willem had. Van hen
7