maar met haar Groote Kerk en torens. Bij ondergaande zon een der schoonste uitzichten in Ken-
nemerland.
Door de welwillendheid van den tegenwoordigen eigenaar den Heer van der Feen de Lille is deze
plaats opengesteld voor elk. die zonder een baldadige hand het schoone in bosch en weiland wil
genieten. Daarheen dus, en ge zult U niet beklagen daar een bezoek gebracht te hebben." 16)
In de tijd van deze enthousiaste bezoeker was Ter Coulster nog ieder jaar op of omstreeks Sint
Pieter (22 februari) het toneel van het z.g.n.Beekumfeest. De jongens van het dorp verzamelden
dan alles wat brandbaar was en richtten een groot vuur aan onder het zingen zoals:
Ikke tikke to
Boer mag ik een bosje stro,
Boer mag ik een bosje tarwe
Om handjes en voetjes te warmen?
Ikke tikke bekemen
De 22e is het bekemen
Ikke tikke tocht
Al op Klaas Dekkers krocht.
Heiloo kent vele krochten, meestal op hoge zandgrond aangelegde akkers, maar het terrein van
Ter Coulster was voor een dergelijk volksfeest wel bijzonder geschikt. Het beekumfeest (van
baken teken) en vergelijkbare Sint Pieterfeesten zijn bekend uit vele plaatsen in Noord-Hol-
land, maar nu nagenoeg geheel vergeten. 17)
Noten:
1 Deze beleningen zijn vermeld in: J.C. Kort. Reportorium van de lenen van de Hofstede Eg-
mond 1270-1650, in Ons Voorgeslacht jg 34 1979; p.392 - 393.
2 Deze gegevens zijn ontleend aan J.W. Groesbeek, Middeleeuwse kastelen in Noord-Holland.
De genealogie van het geslacht van de Coulster is in de oudste generaties niet geheel door
zichtig, doch de hier gegeven opstelling (genealogische tabel I en vgl. noot 6) lijkt voorlopig
aannemelijk.
3 In de door W.G. Lams in zijn Groot Previlegie en Hantvestboeck van Kennemerlandt (Amster
dam 1664) afgedrukte oorkonde uit 1509 van keizer Maxintiliaan betreffende de samenvoeging
van Heiloo en Oesdom treedt Anthonis van Nyevelt op in naam van zijn huisvrouw Maria van
de Coulster. Uit alle andere bronnen blijkt echter, dat dit een vergissing moet zijn: Maria was
niet zijn vrouw maar zijn schoonmoeder. Zie b.v. Th. Thierry de Bye Dolleman, Genealogie
van Ruyven, in: Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie deel 29 (1966) p. 149 -173
(m.n. p.161).
4 Zie: C. Hoek, Begraven hofsteden in het maasmondgebied, in: Liber Castellorum (Zutphen
1981) p. 122 - 143 en J. Schuyff, Beyond the castle, moated sites in the Netherlands, ibidem
p. 144 - 153.
5 Eikelenberg-Boomkamp, Alkmaar en deszelfs geschiedenissen (Rotterdam 1747) p. 154.
6 Volgens onze opvatting moet dit zijn: IJsbrant, de vader van Willem de oude, de stamvader
van de toen uitgestorven tak en van Willem de jonge van wie de Dordrechtse tak met Willem
Van Cats stamde, zie noot 1. De traditionele genealogie van de Coulster is te vinden in: S.
van Leeuwen, Batavia lllustrata (den Haag 1685) p. 922.
35