ij ge- n die uk te imer- :lvor- 1 met door zijn, pisch voor- ugels ning. 1 mo- en in i Lei- eiloo: inden sij za- blin- I - die in de •ns en haar 'g ge- op de vaaier d was italgie in de ho, in ennep el met iorpe- us die inieuw grote t geïn- ht was Groote e freu- en de Het huis van Jhr. Mr. G. Fontein Verschuir omstreeks 1824, litho door Jobard naar Madou, in: De Cloedt, Voyages pittoresques dans le royaume des Pays-Bas (Brussel, 1825). jeugd der ziel en de macht van het hart te vervelen; links van mij het vriendelijke Marienstein waarheen een douarière met broeder en dochter de sentimenten en stijl van een Amsterdamsche patricische heeft overgebracht: en eindelijk - hoeden af zegt Brester - het comfortable Nyenburg waar U wapenbord en konterfeitsel in vroegere eeuwen verplaatsen". De indrukken van de twee aankomende dichters Beets en Hasebroek stemmen wel overeen! De pastorie van Hasebroek en zijn zusters Betsy vormde het middelpunt van de in onze litera tuurgeschiedenis vermaarde Heilooer Kring. 13) Daartoe behoorde ook Nicoiaas Beets. die in het ouderlijk huis van zijn studievriend Cornelis van Foreest een aandachtig en dweepziek gehoor vond voor zijn eerste schreden op het literaire pad. Hij werd verliefd op het huis (de veelgeprezen Nyenburg) en de omgeving maar ook op freule Aleide Van Foreest met wie hij in Heiloo een ge lukkige verlovingstijd doorbracht. De sfeer van de Nyenburg en de pastorie met de vele jonge gasten uit de literaire wereld van Amsterdam en Leiden stond dus wel in scherp contrast met die van Ter Coulster. Daar gaf de autoritaire magistraat Fontein Verschuir, als Groote Mogol dezer streken door Hasebroek duidelijk getekend, zijn gezinsleden weinig ruimte om zich met nieuwer wetse stromingen in kunst en literatuur bezig te houden. Eén van de freules Verschuir heeft zich dan ook met veel moeite aan het vaderlijk gezag ontworsteld en is haar eigen weg gegaan. Boven dien had de familie Heiloo niet als permanente woonplaats (zoals de Van Foreesten op de Nyen burg wel hadden): het grote Alkmaarse huis was de hoofdzetel vanwaar men zich af en toe naar

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 1983 | | pagina 31