van het hout dat hij moest gebruiken voor de ribbalken in de kap van het huis. Toch heeft hij ge zegd het huis voor wel 50 jaar te garanderen. Fontein Verschuur was een heetgebakerd man die geen tegenspraak duldde en gauw geneigd was met een rechtsgeding de mensen onder druk te zetten wanneer hij zijn autoriteit aangetast achtte. Tenslotte heeft het huis hem aan de timmer man 3.281,-- gekost. Het was een boerderij-achtig houten huis van één verdieping, koepelvor mig met 2 vleugels en een sterk oplopende rieten kap. De ingangspartij opzij was bekroond met een opvallende ronde spiegel. Het huis in deze vorm is op 1 september 1815 nog getekend door J.A. Crescent, maar moet daarna vrij spoedig gewijzigd en met een verdieping verhoogd zijn, waarbij een laag plat dak werd aangebracht. Een litho uit 1825 toont het resultaat, een typisch idyllische villa in een parkachtig landschap met koetjes en paardjes. Het huis heeft daar een voor uitspringende gevel met een verdieping tussen twee lagere vleugels. Later zijn ook deze vleugels verhoogd, blijkens een ansichtkaart die gemaakt moet zijn naar een nu onbekende tekening. Daarop zijn zeer duidelijk aanwezig de gestreepte zonneschermen die als voor die tijd heel mo dern golden. Het aspect van het huis volgens deze ansichtkaart vinden we goed weergegeven in een brief van Nicolaas Beets aan E.J. Potgieter van 20 september 1836. 11) Beets is dan in Lei den teruggekeerd na een bezoek aan de familie Van Foreest op het huis Nyenburg in Heiloo: "Laat zien, ik moet uwe vriendelijke letteren van den 23en junij nog beantwoorden. Zij vonden mij onder het hooge geboomte van het adellijk en (wat meer is heerlijk) Nyenburgh; maar zij za gen zoo min als ik den vierkanten toren van Koulster bij ondergaand noch opgaand zonslicht blin ken. Helaas mijn vriend de vierkante toren - ik kende hem ook wel met den ronden appel - die vierkante toren viel sints onheuchelijke jaren, en een nieuwewetsch, riant landhuis ligt in de plaats; wit gepleisterd, met koepelkamers, en vensters ten voeten uit en stores en persiennens en tralies, en toen ik de freules Verschuir aan den goeden ouden, statigen toren herinnerde, en haar vertelde hoe weinig vensters hij had, en hoe eerwaardig hij er uitzag, waren zij ongevoelig ge noeg zich te verheugen, dat er niets meer van hem was te zien: ja, één haren, zich achteloos op de ottomane zich achterovergevende, vroeg mij terwijl zij met een bonten oostersche vlinderwaaier speelde, of de Koulster in die dagen, dat hij zoo eerwaardig was, ook door dames bewoond was geweest Zoo gaat het met het oude". Het oude Ter Coulster waar Beets met zoveel nostalgie aan denkt heeft hij nooit gezien maar ongetwijfeld gekend van de eerder genoemde prent in de Schatkamer van Lud. Smids. Deze prent diende in zijn tijd als voorbeeld voor de getinte litho, in het toen veel opgang makende seriewerk Merkwaardige kastelen in Nederland van J. Van Lennep en W.J. Hofdijk. Daar zien we opnieuw het middeleeuws aandoende kleine vierkante kasteel met de toren en het onooglijke bruggetje over de slotgracht, terwijl op de voorgrond enkele dorpe lingen de papegaai schieten en drie deftig geklede heren toekijken. Het is deze prent, en dus die van de Schatkamer, die de traditie omtrent het uiterlijk van ter Coulster bepaald heeft. Van enkele maanden later, 16 januari 1837, dateert een brief van ds J.P. Hasebroek aan opnieuw Potgieter, waarin Ter Coulster weer voorkomt en vergeleken wordt met de beide andere grote Heiloose huizen Nyenburg en Marienstein. Hasebroek had zich toen pas als jong predikant geïn stalleerd in de pastorie van Heiloo en gaf zich rekenschap van de omgeving waarin hij terecht was gekomen; 12) "voeg daarbij, dat ik rechts van mij de fashionable Coulster heb, waar de Groote Mogol dezer streken mij nu en dan tot zijn gezelschap toelaat, waar een paar lieve coquette freu les er haar vermaak in vinden met den jongen predikant over het ongevoel der waereld en de 28

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 1983 | | pagina 30