De door Mr. G. Fontein Verschuir na 1808 gebouwde buitenplaats, getekend door J.A. Crescent,
1 september 1815; gekleurde tekening, prentverzameling gemeentearchief Alkmaar.
De radicale Bataafse tijd waarin voor iemand als hij geen plaats was duurde echter niet lang. De
democratische staatsregeling van 1798 werd vervangen door de veel gematigdere van 1801 en
daarna gaf de voormalige stadhouder zijn volgelingen de vrijheid om weer overheidsbetrekkingen
in het vaderland te aanvaarden. Onze Fontein Verschuir maakte daarvan onmiddellijk gebruik en
werd weer lid van de AlkWarse raad. Van toen afkon zijn ster eigenlijk alleen maar rijzen. Ko
ning Lodewijk Napoleon benoemde hem in 1808 tot burgemeester en tot zijn dood in 1838 is hij
door alle staatkundige omwentelingen heen de machtigste man in Alkmaar en wijde omgeving
gebleven.
Voor een dergelijke persoonlijkheid met aristocratische ambities was het bezit van een deftig en
vooral modieus buitengoed een zaak van groot gewicht. Hij begon met het weer samenbrengen
van het versnipperde grondbezit van Ter Coulster en slaagde er in er opnieuw een goed afgerond
geheel van te maken. De bouwaktiviteit begon pas in 1810. Aan de stal van het voormalige kasteel
liet Fontein Verschuir een modern landhuis bouwen door Jan Brugge, timmerbaas te Alkmaar,
die wel vaker voor hem werkte. Er is wel naar tekeningen gewerkt (die helaas niet bewaard zijn
gebleven), maar de opdrachtgever kwam blijkbaar nogal eens met afwijkende instructies en zo
ontstond een vrij ernstig geschil met de aannemer. Deze beklaagde zich o.m. over de kwaliteit
27