m 11" L ff <r/. jic'i. t1: •;-p 1 Wuft' t-miiir fj+nrHi r P f i i' i r -J Ci< r=J,o r^. - i i F „Ruïne van het huys de Colster 1788",anonieme tekening; prentverzameling gemeentearchief Alkmaar. jaren verbleef hij meestentijds in Duitsland waar hij zich als hereboer trachtte staande te houden wanneer er geen geëigend militair commando beschikbaar was. Zijn goederen lagen in Holland en werden beheerd door de Alkmaarse oud-collega Fontein Verschuir, maar door de economische en politieke ongunst der tijden leverde het weinig revenuen op. De verhouding tussen beide oude vrienden had te lijden onder de constante geldnood van de ritmeester waar Fontein Ver schuir niet in kon voorzien. Deze had bovendien te maken met de belangen van de in het vader land achtergebleven mevrouw Van Oyen en haar jonge zoon. Na vele onaangenaamheden zijn tenslotte de Heilooër goederen van Van Oyen in december 1807 publiek verkocht. Koper werd (het transport vond plaats op 25 maart 1808) de zaakgelastigde zelf, die blijkbaar zijn kans schoon zag om het vervallen Ter Coulster weer tot nieuw leven te brengen. Fontein Verschuir, inmiddels tot maire van Alkmaar benoemd, was bezig een groot en machtig man in deze streken te worden. Het verwerven van een buitenplaats van naam, zij het voorlopig in desolate toestand, paste goed in de plannen van deze ambitieuze regent. Zijn bemoeienis met Ter Coulster zal het volgende hoofdstuk vullen. Hier rest nog slechts aan te stippen hoe het verder ging met de heer lijkheid Heiloo. Deze was in de boedelscheiding van 1788 tussen de erven Van Cats gekomen aan Mr Francois Bergeon, toen al weduwnaar van de oudste dochter van het echtpaar Van Cats- Van Wouw. Deze heer van Heiloo heeft een reizend bestaan geleid en zijn vermogen daarbij wel opgemaakt. Betreffende de zaken van Heiloo hield hij zo af en toe contact met de schout Willem Laarman, toen zeker de belangrijkste man in het dorp. De betekenis en invloed van dergelijke dorpsregenten in die overgangstijd van een oude naar een nieuwe orde mag niet onderschat wor den. Waar de officiële heer vaak om politieke of andere redenen afwezig was moesten zij de zaken gaande houden onder toenemende administratieve druk van een centralistisch bewind. Toen Francois Bergeon in 1804 te Nieuwveen overleed werd zijn boedel door de kinderen ver worpen en de notaris Clant aldaar tot curator benoemd. Deze notaris heeft vele jaren nodig gehad voor de liquidatie en trad in die tijd op als fungerend heer van Heiloo. Pas in 1824 vond de open- 25

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 1983 | | pagina 27