die in deze gewesten beeldenstorm bedreven. De stad Alkmaar nodigde hem bij die gelegenheid
tevergeefs uit en zond toen maar een partij wijn naar Ter Coulster. 5) Zo gingen de troebelen
die het begin van de 80 jarige oorlog kenmerken niet aan Ter Coulster voorbij. Men was er nog de
oude godsdienst toegedaan, zoals blijkt uit de aanwezigheid van de pastoor van Heiloo Reyner
Siewertsz (die zich tekende Remnerus Schermer) als getuige bij het opmaken van haar testa
ment door vrouwe Clara op 30 augustus 1571. Ook de geneesheer Jan Gallus was daarbij aan
wezig, want de vrouwe van Heiloo lag ziek te bed. De volgende dag is zij reeds overleden. Voor
het echtpaar de Wael van Moersbergen - van Zuylen van Nyevelt werd een royale grafzerk aan
gebracht in de kerk van Heiloo waarop hun wapens te zien zijn. Helaas is deze zerk slechts in
fragmenten bewaard gebleven.
Als voornaamste erfgenamen werden in het testament van Clara, dat zeer uit
voerig is en allerlei familieverhoudingen onthult, genoemd de kinderen van haar vooroverleden
zuster Anna en haar man Huibert van Woerden van Vliet. Onder de overige begiftigden vinden
we haar eigen zuster Cornelia, die nen was in het Norbertinessenklooster Koningsveld bij
Pvnacker en ook de Heilige Geestarmenstichting van Heiloo. Ter Coulster kwam aan Anthonis
van Woerden van Vliet, die als vermogend man in de Smeestraat te Haarlem woonde met zijn
vrouw Geertruid van Bronkhorst. Hij stierf kinderloos en liet Ter Coulster na aan zijn zuster Ma
ria, evenwel belast met het vruchtgebruik voor zijn weduwe. Maria Van Woerden van Vliet
woonde eveneens te Haarlem, aan de Nieuwe Gracht, sinds zij in 1602 te Utrecht weduwe was
geworden van Arnold Van Iselsteyn. Ook zij had geen kinderen en na haar dood in 1603 ging
Ter Coulster over op de dochter van haar overleden broeder Jan Van Woerden van Vliet. Deze
Hendrina Van Woerden van Vliet heeft weer op Ter Coulster gewoond met haar man Johan
van Dornick. Zij stierf er in 1604 in het kraambed van haar eerste kind. Toch was ook zij slechts
de blote eigenaar, want haar tante Geertruida Van Bronkhorst in Haarlem, die immers het
vruchtgebruik had, leefde nog tot 1614.
Met de vroege dood van Hendrina werd de eigendomssituatie pas goed verward. Zij had nog kort
voor haar dood een geheim testament gedeponeerd bij de Alkmaarse notaris Meynert Boon.
Het is de typische uiting van het onder leden van de oude adellijke en aanzienlijke geslachten
sterk levende besef van familieverhoudingen dat in combinatie met de mogelijkheden die het
erfrecht toen bood een gecompliceerde erfopvolging verzekerde. Het gevolg was, dat in eerste
instantie Johan Van Duivenvoorde, heer van Warmond, zich in 1606 met Ter Coulster liet be
lenen. Hij deed dit als echtgenoot en voogd van Odilia Van Valckenaer. Deze dame ontleende
haar rechten aan het testament van Hendrina Van Woerden van Vliet. Er kwam echter een kink
in de kabel. Daarvoor zorgde een Zeeuwse edelman, Willem Van Cats, heer van Kapelle en
Biezelinge, waar hij ook woonde. Deze moet zich zijn afstamming uit het oude geslacht Van de
Coulster bewust zijn geweest doordat hij in Dordrecht collator was geworden van een door juf
frouw Beatrix Van de Coulster gestichte vicarie in de grote kerk aldaar. Willem Van Cats liet zich
nu in 1607 eveneens met Ter Coulster belenen omdat hij "de oudste, naeste ende reghte leen-
volger" zou zijn. Om dit aan te tonen betoogde hij, dat de enige in het testament van Hendrina
Van Woerden van Vliet genoemde verwante die rechtstreeks in aanmerking kwam inmiddels
kinderloos was overleden en het leengoed dus aan hem behoorde toe te vallen als afstammeling
van Ysbrant Van de Coulster, de broeder van Willem van wie de nu uitgestorven tak af-