broers en pijprokers zijn geweest. Zo vonden wij in de omgeving
van kerken vaak de meeste pijpen en glaswerk, hetgeen toch wel
wat zegt over de welvaart in deze buurt en van haar bewoners.
Andere vondsten zeggen ons iets over het beroep van de vroegere
bewoners. Zo vonden wij bijvoorbeeld een barbierschaal of scheer
bekken van aardewerk, en we mogen wel veronderstellen, dat al
daar een barbier zijn beroep uitoefende (zie fig. 3)
Hoe belangrijk vondsten zijn uit beerputten voor het histo
risch onderzoek, blijkt uit opgegraven keramiek, waaruit kan wor
den afgeleid, met wie de Alkmaarders hebben gehandeld.
Telkens weer komt men onder de indruk van het feit, hoe vakkun
dig de beerputten waren gemetseld, en we kunnen dan ook vast
stellen, dat de vaklieden zeer bekwaam waren, ofschoon er over
het gilde, waartoe zij behoorden, niet zoveel bekend is. De ve
le variaties van putten alleen al zijn een studie op zich waard
(zie fig. 4)
=5